JAARVERSLAG OVER 1917-18, UITGEBRACHT in de Algemeene Vergadering van 1 Mei 1918 DOOR DEN SECRETARIS VAN HET GENOOTSCHAP Mr. W. POLMAN KRUSEMAN. Geachte Toehoorders Voor de vierde maal sedert het woeden van den wereldoorlog breng ik heden mijn jaarverslag uit, terwijl het wel schijnt, of de politieke en militaire toestand een verwarrender chaos oplevert dan ooit te voren. Voor een buitenstaander is het merkwaardigst, dat niettegenstaande de verschillende uitingen over de oorlogs doeleinden nog niet recht duidelijk is, waartoe eigenlijk de onge hoorde offers in goed en bloed door de volken der aarde bereid willig gebracht worden. Voor de suprematie van het eene ras boven het andere, zou men wellicht meenen? Maar zooveel staat toch wel vast, dat wie ook den oorlog militair of economisch moge winnen, noch het Angelsaksische noch het Duitsche ras ooit ten onder gebracht kan worden. Daarvoor zijn beiden te levens krachtig en de aarde is groot genoeg, om aan elk de hun toe komende plaats in de zon te vergunnen. En wat de toekomstige politieke constellatie der wereld betreft, is het mij althans voorgekomen, dat het Staatsverband, waarin men leeft, mits het vrijheid van ontwikkeling waarborge, slechts bijzaak is en zeker niet datgene, waardoor het levensgeluk van Archief 191S. a

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1918 | | pagina 5