31 en Raden een artikel was, dat van toepassing scheen, en dus wilde men zich er aan houden, hoewel de vijf steden ook vonden, dat de geheele instructie wijziging behoefde. Middelburg protes teerde. Daarop zijn alle genomen besluiten geresumeerd; Koels zou er een akte van maken, welke alle steden den 15den zouden teekenen, en ten slotte hebben de vijf steden, ouder het welnemen van Z. Exc., Roels als pensionaris gecontinueerd. De verga dering was hiermede afgeloopen; ieder kon den 15den, na de teekening van de akte, naar huis gaan. Een gedeelte deed dit ook, maar die van buiten Walcheren hielden nog een naver- gadering. Stellen we ons de situatie voor. De leiding van De Rijcke had de handhaving van de door den Prins met advies van de drie Walchersche steden gegeven instructie verzekerd, maar kon men hetzelfde zeggen van de door den Prins en vier Zeeuwsche steden bezegelde Unie met Holland? Wat zou er gebeurd zijn als die van Middelburg zich na hun protest zoo spoedig mogelijk in verbinding met den Prins gesteld hadden? Ik vermoed dat zij er zelfs niet aan gedacht hebben. De tegenpartij zag beter in, dat men rekening moest houden met de feitelijke machtsver houdingen. Had de gouverneur niet den 12den gedreigdals gij aan onze autoriteit raakt, kunt gij wel naar huis gaan? Had niet De Rijcke sedert met klem verklaardik duld niet dat aan de instructie van Gouverneur en Raden geraakt wordt? Zou de Prins niet kunnen zeggen: ik duld de schending van de Unie niet? Van buitengewone beteekenis voor de verdere geschiedenis van Zeeland is de stap geweest, dien de drie steden den 15den September hebben gedaan. Ik zegde drie stedenhet kunnen hoogstens vijf personen geweest zijn, maar ik geloof eerder dat er slechts drie in aanmerking komendie dezen dag waren gebleven om de vermelde akte te onderteekenen Yeman Claes Yemansen, Blancx, en Gin.in Adriaensz. Stuuve, deze voor Tliolen. Van Struve weet ik te vertellen, dat ook hij auditeur der rekeningen van Zeeland was en vele jaren later nog burgemeester van Tliolen is geweest, maar in de gewestelijke colleges heb ik hein na dezen dag niet weer aangetroffen. Dit driemanschap heeft voor Zeeland gehandeld. Met recht?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1918 | | pagina 77