IV berichten omtrent de overleden directeuren en leden, welke in de Algemeene Vergadering aangehouden waren. De Novembervergadering was gewijd aan eene voordracht van den heer Dr. C. F. Haje over den oorsprong van het Roode Kruis. In December vervulde de heer Dr. K. Heeringa de spreek beurt met eene lezing over de grondvesters van de Statenver gadering in Zeeland. (15791580). In Februari leverde de heer Mr. M. C. van der Minne eene studie over onze groote schilders als weergevers van het karakter van hun tijd. In de vergadering van Maart gaf de heer Mr. J. W. Zijlstra eenige beschouwingen over het erfrecht ten beste en besprak de heer Mr. W. Polman Kruseman de door het Comité Néerlando- Belge d'art Civique gestelde vraag, of de Halle van Yper uit een esthetisch, kunsthistorisch, nationaal en internationaal oogpunt na den oorlog herbouwd moest worden ofte niet. In deze vergaderingen werden bovendien de ingekomen boek werken door den Voorzitter besproken en van de ontvangen voorwerpen verslag gedaan. Het personeel der conservatoren is thans samenge steld als volgt: Zelandia Illustrata: de heer Dr. K. Heeringa. Penningen en muntenmej. M. G. A. de Man. Geschiedkundige voorwerpen en zeldzaamhedende heer J. A. Frederiks. Fossilia (alle in den grond of het water gevonden voorwerpen, de zoogenaamde steenenkamer): de heer J. A. Frederiks. De ouderwetsche kamer en die van de Zeeuwsche kleederdrachten mej. A. M. de Man en de heer J. A. Frederiks. Porselein en aardewerkde heer Mr. W. Polman Kruseman. Ethnographische voorwerpen: de heer P. C. van der Wolk. Zoölogie (met uitzondering van de vogels, insecten en conchv- liën)de heer Dr. J. G. de Man. Opgezette vogels: de heer W. Chr. Noske. Entomologie: de heer W. Chr. Noske. Conchyliën: de heer J. C. van der Harst J.Jz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1918 | | pagina 8