44 slechts een deel van het handelsverkeer richtte zich naar Middelburg zelfstandig. Gansch anders daarentegen was het karakter der tweede periode. Toen Antwerpen onder het gezag van den Spaansehen koning was teruggekeerd en de Protestantsche koop lieden hun energie, hun kennis en hun kapitaal naar het Noorden overbrachten van de velen die zich te Middelburg vestigden, is Balthasar de Moucheron wel de bekendste J) nam de Arnestad haar erfenis over en werd een zelfstandig concentratiepunt in het Europeesch verkeer. Nieuwe handelsgebieden bovendien kwamen met Middelburg in contact; naast en boven liet verkeer met Engeland, Frankrijk en Zuid-Europa, die in de vorige periode zoo groote beteekenis hadden gehad, bracht nu de handel op Oost- en West-Indië nieuwe welvaart in de oude stad. Kan men aldus de handelsgeschiedenis van Middelburg in het algemeen in twee groote tijdperken verdeelen, ook de eerste valt in twee perioden uiteen. De oudste, waar wij ons hier verder mee willen bezighouden, zou men met een enkel woord als de stapelperiode kunnen karakteriseeren; zij loopt tot het begin der 15' eeuw, toen Middelburg door de verleening van een stapel privilege haar streven bekroond zag. Toen dat stapelrecht even na het midden derzelfde eeuw teniet was gegaan, brak de periode van het Walchersch transitoverkeer aan. Maar terwijl ons voor deze tweede periode een overvloed van bronnen ten dienste staat, is het materiaal voor de eerste periode schaarsch. Een gelukkig toeval deed ons echter een paar stukken van algemeene beteekenis bewaard blijven, die ons een eenigszins afgerond beeld van het economisch leven van Middelburg op een bepaald tijdstip vermogen te schenken, nl. het privilege, in 1271 aan het Middelburgsche koopliedengilde verleend, de in 1326 ontworpen accijnsordonnantie en het makelaardij-tarief uit het begin van de 15e eeuw. 11e stad, omtrent wier economische structuur het gildestatuut van 1271 ons als het ware een moment-opname verschaft, moet reeds vóór dien een belangrijke ontwikkeling hebben doorgemaakt, waaromtrent wij echter bijna geheel in het duister tasten 2). Het valt 1) Over hem, zie J. Ii. de Stoppklaar, Balthasar de Moucheron ('s-Grav., 1900). 2) De weinige gegevens, die ons omtrent de economische aangelegenheden van Mid delburg vóór 1271 inlichten, zullen onder worden vermeld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1918 | | pagina 90