53
de daarachter volgende strafbepaling („et a tribus mercatoribus
convictus fuerit, 3 libras emendabit"), dat men zich tegen deze
verandering nog trachtte te verzetten; eerst in de volgende eeuw
echter zou dit proces tot volledige ontwikkeling komen. In 1285
verleende graaf I'r.oitis aan de schepenen van Middelburg boete
en ban over wevers, vollers en „alrande lieden, die hem gheneren
mit gbewant in betzelfde jaar stond de graaf aan de poorters
van Middelburg en aan allen, die Bewesten Schelde wonen, toe
„wolwerke te makene", zooals hij ook aan Reimerswaal had ver
oorloofd 2), waardoor vermoedelijk in tegenstelling met de overige
bewoners van Zeeland, waarschijnlijk tijdelijk, alleen aan deze de
uitoefening van dit bedrijf werd toegestaan. Maar van groot
belang is de lakenindustrie hier in de 13e eeuw nog wel niet
geweest; in den Haarlemschen accijnsbrief van 1274 komen de
lakens uit Zeeland pas in de laatste plaats; terwijl voor de „pannus
pulcher", ongetwijfeld een produkt der beroemde Vlaamsehe
industrie 3), 12 penningen moesten worden betaald en van andere
lakens uit Vlaanderen en Brabant 6 penningen, was men voor
de Zeeuwsche, klaarblijkelijk van minder qualiteit, slechts de
helft verschuldigd: „de panno autem in Zelandia facto, cuiuscumque
modi coloris fuerit, solvet 3 denarios" 4). Dat bij deze Zeeuwsche
lakens vooral van produkten der Middelburgsche industrie sprake
is, is wel waarschijnlijk, maar staat toch niet geheel vast; niet
uitgesloten ware misschien te denken aan Reimerswaal of Zieriksee,
wier lakenindustrie ten minste in de 14e eeuw grooten bloei
heeft gekend 5).
Ook de Middelburgsche lakennijverheid kwam in deze eeuw
tot verdere ontwikkeling. Als reaktie waarschijnlijk tegen de
aristokratiseerende tendenzen, die in het gildestatuut van 1271
1) Oorkondenboek II no. 542.
2) T. a. p. no. 562.
3) Zie hiervoor: H. Pirknne, Histoire de Belgique I (Bruxelles, 1909) p.
265 vlg.
4) Oorkondenboek II no. 279 art. 6.
5) Vgl. N. W. Posthumus, Geschiedenis der Leidsche lakenindustrie ('s-Grav., 1908)
p. 16, 18.