ALCHEMIE TE MIDDELBURG IN 1604,
door
Dr. E. WIERSÜM.
Onderstaand recept om goud te maken werd toegepast te
Middelburg in 1604.
Merkwaardig is, dat de proef werd genomen door en ten huize
van een goudsmid, die blijkbaar het geval geheel te goeder trouw
opnam en er zelfs een muntessayeur bijhaalde om het product te
keuren, waarna hij het met zijn eigen teeken waarmerkte.
Nog merkwaardiger misschien is, dat tachtig jaren later een
apotheker te Rotterdam niet den minsten twijfel aan het voor
gevallene koesterde, er een schriftelijk relaas van bezat en dat op
verzoek copieerde voor een Rotterdamschen chirurgijn.
De apotheker was Pieter Doelman, wonende aan de Meent
en gestorven October 1696, de chirurgijn was zijn buurman Barent
Hoviüs (16421696), die het stuk van Doelman een plaats
waardig keurde in zijn groot receptenboek, dat thans berust in
het Archief der gemeente Rotterdam. De laatste zin is van de
hand van Hovius.
„Ten huyse van Fredrick Müntïnchx, op den hoeck van de
Groenmarckt tot Middelburgh is dit alles gebeurt. Dit goudt is
een deel van l3/4 onsen gouds op den derden dagh van Maert
anno 1604 gemaeckt by eenen Schossen Edelman, van vier onsen
loots, die Fredrick Muntynciix op syne begeerte in een kroes
dede smelten, met een deel gestooten solphers, ende als het wel