6 2 Arnemuiden ook veel geleden. Als belooning voor de betoonde trouw heeft echter, na de overgave van Middelburg, de Prins van Oranje Arnemuiden geholpen; de stad werd van vesting werken voorzien en de afhankelijkheid van Middelburg werd opgeheven. De bloei van Arnemuiden was echter van korten duur. Het Arnernuidensche Zand, een plaat voor de haven, belemmerde de scheepvaart, zoodat reeds op het eind der 16e eeuw groote schepen de haven niet meer konden bereiken. Daardoor verliepen binnen enkele jaren handel en scheepvaart. Wel trachtte men zich nog te helpen, eerst door het doorgraven van de plaat, later in 1618, bij het bedijken van de plaat, door het maken van een kanaal, aan beide zijden door een sluis afgesloten. In 1620 werd nog met hulp van Middelburg een nieuw kanaal gegraven en werden stroomleidende werken aangelegd, doch alles te vergeefs, daar de aanslibbing aanhield. Slechts met veel moeite werd een klein geultje open gehouden, doch dit slibde steeds weer aan. Bij de afdamming in 1818 van het kanaal van Welsinge, bij Nieuwland, werd bij Arnemuiden nog een sluis gebouwd, waar door eeu spuikom tot stand kwam; op die wijze werd nog ge tracht het vaarwater van Arnemuiden op diepte te houden doch ook dit hielp niet. Toen het kanaal door Walcheren werd aangelegd, werden ook Arnemuiden en het nabij gelegen Nieuwland geholpen, door de Oude Arne met het hoofdkanaal te verbinden daardoor hebben de visschers van Arnemuiden gelegenheid gekregen om naar Vlissingen en Yeere te gaan en zoo de zee te bereiken. Gewoon lijk blijven echter de vaartuigen te Vlissingen of te Veere liggen, zoodat het zijkanaal slechts weinig gebruikt wordt. Toch bewijst het nog goede diensten o. a. voor aanvoer van bouwmaterialen voor Arnemuiden en Nieuwland en afvoer van de landbouw- produkten uit deze streek. De belangrijke zoutziederijen, welke vroeger een groote bron van inkomsten vormden, zijn reeds in het begin der 19e eeuw geheel teniet gegaan. Zoo is dan het eens zoo beroemde Arnemuiden in verval ge raakt en van den vroegeren grooten bloei is niet veel meer over.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1919 | | pagina 106