65
Ook de zoogenaamde „commissievaart" of „Reine Kaap" bracht
veel voordeel aan. Deze commissie- of kaapvaart werd niet als
zeerooverij beschouwd; zij was bij reglement en instructie geregeld.
Slechts degenen, die zonder, of met dubbele commissie voeren,
werden als zeeroovers gestraft en voor vijanden gehouden.
Niettegenstaande den grooten bloei, waarin Middelburg zich
verheugen mocht, heeft zij toch ook meermalen moeilijke tijden
beleefd. In de eerste plaats de concurrentie van Arnemuiden,
dat aan den mond van haar scheepvaartweg naar zee lag. Terecht
heeft Middelburg in een vertoog zichzelf eens vergeleken bij een
zak, waarvan Arnemuiden de mond was en het was dus Middel
burg niet ten kwade te duiden, dat' zij maatregelen nam om te
zorgen, dat zij van Arnemuiden niet afhankelijk zou worden of
dat deze plaats haar zou overvleugelen. De middelen, die Mid
delburg te baat nam, o. a. het aankoopen van de heerlijkheids
rechten, werden reeds bij Arnemuiden besproken.
Doch ook de Arne gaf haar groote zorg, daar de toegang tot
haar haven steeds ondieper werd. Vandaar dat in het begin der
16e eeuw besloten werd in plaats van de Arne een nieuwe haven
te graven uitkomende in het kanaal van Welsinge, dat destijds
nog voldoende diepte had. Met het graven van deze haven (de
zoogenaamde Oude Middelburgsche haven), welke liep van de
Dampoort in zuidoostelijke richting langs den tegenwoordigen
Rijksweg naar Nieuwland, werd in 1532 begonnen. In 1535
werd deze haven voor het verkeer opengesteld.
Doch ook deze haven en het kanaal van Welsinge waren aan
sterke opslibbing onderhevig. Om de aanslibbing in de haven
tegen te gaan werd in 1550 het Molenwater gegraven, om te
dienen als spuikom, ten einde te trachten door spuiing de haven
op diepte te houden.
Toen ook dit niet hielp, wilde men in het begin der 17e
eeuw een nieuwe haven maken, uitkomende ten westen van
Rammekens. Het. octrooi voor deze haven werd in 1610 ver
leend, doch door de tegenwerking van Vlissingeu en Veere kwam
zij niet tot stand.
Om de oude haven en het kanaal van Welsinge bevaarbaar
te houden werden geen middelen of kosten gespaard, doch de
Archief 1919. 5