73
tatie aan de Gemeente over te dragen. De daarvoor opgemaakte
overeenkomst werd bij de wet. van 1 December 1913 (Staatsblad
no. 433), goedgekeurd.
Ook daarna bleef de scheepvaart gering; waarop natuurlijk
ook de buitengewone tijdsomstandigheden invloed gehad hebben.
Was dus het gebruik, dat van de binnenhavens gemaakt werd,
tot nu toe zeer beperkt, geheel anders was het met de buitenhaven.
Reeds in 1875 werd de Stoomvaartmaatschappij „Zeeland"
opgericht, die sedert, met uitzondering van half November 1875
tot half Mei 1876 en in de laatste jaren gedurende den oorlog,
geregeld den dienst op Engeland heeft onderhouden, in het bij
zonder voor vervoer van personen en van de mail. In 1887
werd bovendien een dagdienst ingesteld, zoodat in normale om
standigheden tweemaal daags een boot naar Engeland vertrok en
van daar hier aankwam.
Doch ook voor den provincialen stoombootdienst is de buiten
haven van veel belang, omdat van hieruit de stoombooten op
Breskens en Terneuzen vertrekken en aankomen.
Vóór den oorlog werd van de buitenhaven ook gebruik ge
maakt door het Nederlandsche en Belgische loodswezen, door
enkele groote sleepbooten en door vele binnen- en buitenlandsche
jachten, ja zelfs jachten van vorstelijke personen.
In de laatste jaren, gedurende den oorlog, heeft ook de Koninklijke
Marine een groot deel van de buitenhaven in gebruik genomen,
terwijl nu Vlissingen als Marinestation is aangewezen ook een
deel van de le binnenhaven voor de Marinevaartuigen gebruikt
wordt.
Herhaaldelijk is de vraag gerezenwaarom is de haven van
Vlissingen niet tot bloei gekomen, niettegenstaande den grootschen
aanleg der havenwerken, de goede spoorwegverbindingen en de
gunstige ligging aan de Wester-Schelde, waar ten allen tijde
schepen met een diepgang van 8 a 9 M. kunnen binnenkomen
en bij hoogwater zelfs een diepte van 12 M. aanwezig is, terwijl
het aandoen der haven nimmer belemmerd werd door ijsgang.
Over het antwoord op deze vraag zijn de meeningen zeer ver
deeld. Volgens mijn meening is de ligging van Vlissingen niet
geschikt voor doorvoer en evenmin voor massavervoer. De onder-