76 hoorende kaart, zal aan de westzijde van de buitenhaven een kaaimuur ter lengte van 650 M. worden gebouwd, welke een 50-tal meters zal vooruitspringen buiten den bestaanden weste lijken kaaimuur. De haven en kaaimuur kunnen later zoo noodig noordwaarts worden verlengd. Door ophooging ter weerszijde van de haven zal een breed haventerrein worden gevormd. De ont worpen vergrooting van de buitenhaven is schetsmatig met een kruisarceering op de hierbij gaande teekening aangegeven. Gelijktijdig met de verruiming van de buitenhaven zal het landwaartsehe deel van den oostelijken havendam worden verlegd, waardoor het gemakkelijk invaren van de haven bij stormvloed of sterken stroom zal worden bevorderd. De te bouwen kaaimuur zal in de eerste plaats dienen als aanlegplaats voor de stoombooten van de Maatschappij „Zeeland". Langs de kade zullen spoorlijnen worden aangelegd, zoodat de aankomende en vertrekkende treinen onmiddellijk naast, het ver trekkende of aankomende schip zullen komen te staan, hetgeen voor de passagiers en voor het overladen van de mail zeer groote voordeelen zal hebben. De kaaimuur verkrijgt echter een grootere lengte dan voor de stoombooten van de Maatschappij „Zeeland" noodig is; hij kan dus verder dienen als aanlegplaats voor de vaartuigen, die de haven als aanloophaven wenschen te bezoeken en ook voor andere groote en diepgaande schepen. Het is dus ook niet uitgesloten, dat aldaar ligplaats zal worden gegeven aan groote tankschepen, bestemd voor de Nederlandsche Petroleum- en Asphaltfabriek. Deze schepen behoeven dan de sluis niet te passeeren, doch kunnen liggende in de buitenhaven door een buisleiding hun inhoud naar de petroleumtanks, staande op het terrein ten westen van de 2e binnenhaven, persen, of wel zij kunnen in de buitenhaven hun inhoud overladen in kleinere tankschepen. Niet alleen langs den kaaimuur aan de westzijde der haven, ook aan de oostzijde, van de haven zullen aanlegplaatsen voor groote en diepgaande schepen gemaakt worden. Is de kaaimuur gereed dan zullen de pontons, welke thans als aanlegplaats voor de stoombooten der Maatschappij Zeeland worden gebruikt, voor die Maatschappij niet meer noodig zijn. De zuid-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1919 | | pagina 120