92 mende saeysoene ende affgaende saeysoene," hoewel ze daarin natuurlijk vrij waren. In 1607 wordt de ordonnantie van 1587 onveranderd gerenoveerd, terwijl ze in 1624 nogmaals wordt uitgevaardigd maar nu met zeer belangrijke veranderingen voor de pharmacie en wel veranderingen betreffende den leertijd en de exameneischen, waar over nu voor het eerst wordt gesproken en die uitgebreid om schreven worden. Tevens worden nu officieel als examinatoren genoemd, naast de stadsdoctoren en gecommitteerden uit Wet en Raad, ses van de oudste apothekers, hetgeen een groote schrede vooruit was op den weg om als wetenschappelijk mensch te worden meegeteld. De artikelen, hierop slaande, zijn van den volgenden inhoud 1. „Soo wie de pharmacie by een vrymeester begeert te leeren, zal gehouden zijn te betaelen over incommengelt de sornme van zes schellingen acht grooten Vlaems boven hetgeene hij gehouden is te geven acn het cruydeniersgilde. 2. Hij zal oock gehouden wesen by een vrymeester sijn conste oft.e stijl te leeren den tijdt van drye achtereenvolgende jaren, wel meer ende nyet min, sonder te veranderen van meester, ten ware by affsterven ofte eenige behoorlycke occasie. 3. Wie in de voorschreven conste wil vrv worden, zal moeten betaelen twee schellingen om de persoonen, van het eollegie van Wet ende Raedt daertoe gestelt zijnde, te doen vergaderen, ende hen gepresenteerd hebbende, zal gehouden zijn in de voorsevde conste van de pharmacie geëxamineert te werden van de stadts- doctoren ten overstaen van een van de heeren gecommitteerden uit het eollegie van Wet ende Raedt, beneffens zes van de oudste apoteelters, tot een van de welcke der voorschr. apoteekers ten huyse het voorseyde examen geschieden zal. 4. Item het voorschr. examen zal bestaen in 't vragen vande geheele gelegentheyt van de pharmacie, als in kennisse van de cruyden, droogen, maeten, gewichten, caracteren ende mengelen, maecken ende bewaren van de compositien ende voorts van alles, 't geene de conste van dc pharmacie aengaen mach. 1) Publicaties van Middelburg, II, fol. 153.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1919 | | pagina 138