94 waren te laag en daardoor ontstonden vele disputen tusschen de Gastliuismeesteren en de apotecarissen. Eindelijk werd besloten de geschillen „te verblvven aent seggen ende arbitreren van gecommitteerden uit 't collegie van Wette en Raed". Deze hebben, „naer daerop gehoort te hebben het advijs van stadsdoctoren, beraempt, dat voor elcke gemeine decoctie sal worden betaalt in plaats van een schelling vijlf grooten, zeven stuvers, voor elcke aposimata in plaats van een schelling acht grooten, neghen stuvers, voor de purgativen in plaats van zes stuver, zeven stuver". Dit kreeg terugwerkende kracht tot 30 Juni 1624. Alle andere medicamenten bleven op denzelfden prijs als in de lijst genoemd. Reeds vroeger vermeldden wij, dat de bepalingen der ordonnantie op groote schaal werden ontdoken en niet het minst door de doctoren, aan wie door de ordonnantie het leveren van medicijnen was verboden. Zooals we zagen geschiedde dit vroeger zeer algemeen en was dit een voordeelig bedrijf, zoo voordeelig, dat we in een request lezen, „dat zy door het profijt op de medicynen de consulte dikwijls komen toe te geven". Slechts noode deden de doctoren van dit recht afstand. Er ontstaat dan ook een strijd tusschen doctoren en apothekers, een strijd die zijn ontstaan te danken had aan het feit, dat de doctoren zich steeds op het gebied der pharmacie bewogen en veel medicijnen bleven leveren aan hun patiënten, terwijl de apothekers uit visiteren gingen en de patiënten behandelden, alsof zij dokter waren. Het was dus over en weer vrijbuiteren op eikaars gebied. Deze strijd heeft zeer lang geduurd, tot diep in de 18e eeuw, en gaf telkens aanleiding tot klachten en requesten over en weer, aan den Magistraat, om toch hun rechten te handhaven, soms met gunstig gevolg, soms zonder resultaat. In 't algemeen was de apotheker wel het kind van de rekening, daar het den doctoren gemakkelijk viel om de patiënten, die ze behandelden, zelf de medicijnen te leveren, soms onder voorwendsel, dat ze dan zeker waren van de qualiteit. der medicamenten, terwijl ze dit zoogenaamd niet waren, wanneer de apotheker ze leverde. Gelukkig kennen we tegenwoordig dergelijk wantrouwen niet meer en is de scheiding

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1919 | | pagina 140