99
de respectieve medicijns en pharmacins sullen vermogen te prac-
tiseren en oock medicynen te leveren by en aan allen degenen,
die haar daartoe sullen comen te versoucken".
18 Februari wordt „nochmaals in deliberatie gelegt het
approberen off niet approberen van genoemd accoort" en besloten
„te persisteren by de resolutie van 11 Februari en nochmaal te
declineren het approberen van bet voors. accoort en ter contrarie
aan yder van haar te laaten de vryheyt, soo wel aan apteeckers
als doctoren omme te saamen en te practiseren en medicamenten
te leveren by en aan allen en aan yder, die haar daartoe sullen
commen te versoucken".
De zaak bleef dus precies zooals zij was en het succes, dat
de apothekers er bij hadden, was vrijwel nihil. De klachten konden
en zouden dan ook weer beginnen. Het bleek alras, dat ver
scheidene andere personen parasiteerden op het apothekersbedrijf,
zoodat de apothekers weer den Magistraat verzochten, de resolutie
van 11 Februari 1679 nog strenger te stellen en de levering
van medicijnen strikt alleen toe te laten aan de doctoren, aan
welk verzoek de Raad op 23 Aug. 1681 voldoet 2), door de
genoemde resolutie „te amplieren ende te verstercken met seclusie
van alle andere persoonen", en dat de resolutie is „alleenlijek
specterende op de doctoren en apothecarissen en geen andere,
tensy ymant met speciale acte van haar Ed. Achtb. sy begunsticht
ofte noch begunsticht mochte worden".
Een van de privilegiën van het apothekersbedrijf was, dat hun
gewicht niet onderworpen was aan den ijk, evenmin de z.g. natte
maten. Of dit een geschreven of een usance-recht was, weet ik
niet; echter is het een feit, dat zekere Josüa Ysenbaart, als
pachter van den ijcq, dit recht niet erkende en in 1681 van de
apothekers eischte 3), dat ze hun gewicht zouden laten ijken.
Dat genoemde Ysenbaert zeer sterk op zijn stuk stond en
niet terugdeinsde voor scherpe maatregelen, lezen we in een
request van de apothekers, waarin vermeld wordt, „dat zij door
1) Register ten Rade, Reg. no. 15, fol. 161.
2) Register ten Rade, Reg. no. 16, fol. 95.
3) Register ten Rade, Reg. no. 16, fol. 118.