101
„Edele Achtbare Heeren Burgemeesteren Schepenen ende Baden
deser stadt. Deken en beleeders van 't apothecarsgilde geven
met behoorlijck respect en schuldige onderdanigheit te kennen,
hoedat sy supplianten eenige jaren agter den anderen niet alleene
groote praejudictie en schade hebben geleden door het inbreken
van veel vreemde landtloopers en quacksalvers, dewelke hunselven
venteren groote doctoren en bereyders van uitnemende medica
menten te wesen, waarmede sy pretenderen alle langdurige en
maligineuse siektens te konnen genesen, dog doen niet minder als
dat, maar komen meest de goede ingesetenen bedriegen, daaren
boven is het sulkx, dat sy supplianten by desen verklaren aldermeest
beschadigt en gedruckt te worden door de leverantie der medica
menten van de doctoren, wonende binnen deze stadt, die hun
selven jegenswoordig daarmede soo verre hebben uytgelaten, datter
nauwelijks in den tijd van 5 a 6 maanden een ordonnantie op
de winckels van de vrye apothekers, woonende binnen deze stadt,
vernomen wert, daarby komt, dat de chirurgijns mede soo veel
doen als hun mogelijk is, soodat de pharmacie als eene prooye
van alle kanten geplukt en gedrukt wort, ende gemerckt, dat
de voorschr. onbehoorlyke inbreuken aan haar, supplianten, niet
alleen seer schadelijk sijn, maar aan verscheydene hereits soodanige
ruyne heeft veroorsaakt., dat eenige uit desperatie hebben moeten
opbreken en hun in andere steden moeten transporteren om vrouw
en kinderen (wanneer sy alhier neringloos sijnde, henselven ver
teerden) te konnen mainteneren, en verscheyde, die nog in loco
sijn, genoodsaakt worden in hunne gedagten te nemen, waarhenen
sy hunselven het best sullen keeren, om haar en haar famylie
buyten last van anderen te behouden, en vermits sulke verande
ringen en opbreken van familien niet alleen ongemakkelijk, maar
seer smertig zijn, soo sijn sy, supplianten, alvorens te rade ge
worden, haar selven te keeren tot UEd. Achtb., ootmoedigh
versoekende, dat UEd. Achtbaarheden gelieven commissarissen te
verleeuen om haar op haar boven gemelde klagteri te hooren ende
de saak te examineren".
In 1693 beklagen de apothekers zich over het nadeel, dat ze,
behalve door het leveren van medicamenten door de doctoren,
ondervinden door het verzorgen van de medicijnkisten voor de