XIV Het kabinet van geschiedkundige voorwerpen en zeldzaamheden ontving: 1°. van den heer mr. J. Loeff te Koudekerke een ouder- wetsche steenen vuurpot, vroeger gebruikt voor het verwarmen van melkkelders; 2°. van den heer H. G. Hammacher te 's-Gravenhage een portefeuille met varia; 3°. van den heer P. Koole een drietal tegels, gevonden op het terrein van het voormalige gasthuis alhier; 4°. van den heer P. P. J. van Stubbé te Sas van Gent een helm en een gasmasker van een Duitsch soldaat. Tegenover deze aanwinsten staat een verlies, dat de verzameling op het punt staat te ondergaan, maar dat wij volstrekt niet mogen betreuren. Kerkvoogden der Nederlandsche Hervormde gemeente te Middelburg hebben zich tot den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gewend met het verzoek, de grafnis in de Koorkerk aldaar, waar het gebeente van Graaf Willem II rust, in eigendom door het Rijk te doen overnemen eri voor Rijks rekening te doen restaureeren. Het is het voornemen van den Minister aan dit verzoek te voldoen, in dier voege dat de be staande grafkuil door een nieuwe grafzerk met inschrift worde afgedekt. Een gedenksteen in den muur aangebracht kan de herinnering aan de feiten bewaren, terwijl afsluiting met een ijzeren hek noodig zal zijn. Op de grafzerk zoude Z.Exc. willen doen plaatsen de overblijfselen van het monument, dat vroeger tot versiering van dit graf heeft gediend, welke fragmenten zich thans in de Steenenkamer bevinden. Hoe die fragmenten daar gekomen zijn, kan grootendeels blijken uit deel III van de Nieuwe Verhandelingen van het Genootschap, terwijl de zonder linge lotgevallen, die het vorstenlijk nog heeft gehad, door den heer Erederiks zijn beschreven in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 19 Januari 1909. Ik veroorloof mij met behulp van deze bronnen de geschiedenis voor U op te halen, niet twijfelende dat U zult kunnen goedvinden, dat de fragmenten uit de Steenen kamer naar de Koorkerk worden overgebracht, en mijne verwach ting zult deelen, dat de overblijfselen van Graaf Willem II niet meer zullen worden gestoord. (Hier weggelaten.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1919 | | pagina 16