12
Intusschen was bij Maqdin alle verder onderwijs nul. De v
en w werden ook op zijn school nitgesproken als oe en dobbel oe,
tot ergernis van mijn vader. Onze neef Mattheus Hennequin
maakte daaraan een einde ook dit herinner ik mij levendig
toen hij (in 1816 of 1817) in zijne betrekking van schoolopziener
onze school kwam bezoeken en ons die letters hoorende uitspreken,
den uitroep deed „maar monsieur, laat je die letters nog met die
verouderde namen uitspreken
Even weinig als van liet onderwijs werk werd gemaakt, even
weinig werd er op schoolverzuim gelet. Mijn vader was daarop
zeer streng. De eenige vacantie, welke door hem ons gegeven
werd, was des winters, wanneer er sneeuw en ijs lag en dan nog
slechts des namiddags.
Menige jongen liep dan ook nog al eens „achter d'bage". Ook
mij is die lust ook eenmaal bekropen, maar ik verveelde mij zoo
bitter, dat ik er later nimmermeer aan gedacht heb. En daarbij
moest ik nog een oogenblik van angst doorstaan. Den volgenden
morgen de school zullende binnengaan, werd ik door „Pietf, van
mesjeu" aangehouden, omdat ze mij iets zeggen moest. Nu kwam
mij de zonde van den vorigen dag voor den geest en meende ik,
dat „mesjeu" bij uitzondering mij vragen zou, waar ik den vorigen
dag gezeten had. Maar welk een pak viel er van mijn hart,
toen zij er weldra op liet volgen, dat „mesjeu" had gezegd, dat
ik zoo goed leerde. „Mesjeu" scheen van dat leeren meer gezien
te hebben, dan ik zelf, daar ik kort daarna te Sluis met mijn
broeder Adriaan ter school van Monsieur Vermeulen gezonden,
de overtuiging bekwam, dat ik zoo wat niets geleerd had.
Met dat onderricht bij Maöuin in lezen en schrijven was
natuurlijk het godsdienstige, dat wil zeggen kerkelijke, onderwijs
verbonden, op Gereformeerden grondslag. Hier echter stond niet
de Heidelbergsche Katechismus op den voorgrond, maar een gods
dienstig vragenboek, waarschijnlijk het destijds algemeen in gebruik
zijnde van Hellenbroek, waaruit wij des Zaterdags eenige vragen
moesten opzeggen. Dit geschiedde vrij machinaal en mijne groot
moeder, die vóór mijn 8e jaar reeds overleden was, kon mij
daarbij niet meer behulpzaam zijn, terwijl het streed met mijn
vaders beginselen om zijne kinderen zoo van jongsaf te kwellen