15 kende kaart van den speler aan dezen een bepaalden heer wordt gegeven, die dan solo speelde, waarbij hij, die den bedoelden heer gegeven heeft, vrij is van betalen. Ook gaven de kaarten pre ferentie aan. Van harten, de laagste kleur, liep het op als volgt: klaver, ruiten, schoppen. Een spel echter, «at ons allen steeds aantrok, was van Belgischen^ ik geloof zelfs van uitsluitend Vlaamschen oorsprong en dus ook in Noord-Nederland slechts bij de inwoners van Zeeuwsch-Vlaan deren bekend. Ik bedoel het zoogenaamd „bollen". Dit geschiedt in de openlucht en bestaat in het werpen van houten ballen, in den vorm van kazen, in rechte of bochtige richting van den eenen staak naar den anderen. Hoe weemoedig-aangenaam zijn mijne her inneringen aan dit eenvoudige spel, waarmede ik mij met zoovelen, die reeds zijn heengegaan, als kind en jongeling op de „Schans" (Rustenburg) in alle vroolijkheid onbekommerd mocht vermaken. Maar genoeg over mijn kinderspelen, ofschoon het aan meerdere stof niet ontbreken zou. Ik ga dus over tot het meer algemeene, tot den staatkundigen toestand. Bij mijn geboorte was Napoleon I ten toppunt van zijn roem. Uit den tijd, waarin hij zijn val tegemoet ging, beginnen mijne herinneringen. Toch herinner ik mij iets, betrekkelijk Napoleon's komst in het land van Cadzand. Die komst had plaats in de eerste dagen van October 1811. Een of twee dagen na zijn vertrek reed ik met mijn ouders naar het dorp Cadzand, alwaar wij bij den predikant de Ionge (volle neef mijner moeder) zouden middagmalen en met mijn zuster Claha, die eenigen tijd er ge logeerd had, zouden terugkeereu. Bij het passeeren van Oostburg reden wij een aldaar ter eere des Keizers geplaatsten eereboog door met een daarin zoo laag hangende kroon, dat ik die, naar mijne meening, van uit ons rijtuig wel zou kunnen grijpen en medenemen. Bij dien tocht passeerde Napoleon Aardenburg niet, maar stak aan het Hazegras het Zwin over, waarbij hij den schipper, die hem overzette en den hem onbekenden keizer een gulden per persoon vroeg, 1Ü0 Napoleon's (2000 francs) gaf en 300 francs levenslang 's jaars.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1919 | | pagina 59