21 Aan goud: ducatons, heele en halve rijders, scheepjesschellingen, Fried rich d'or, Louis d'or; aan zilverZeeuwsche rijksdaalders (f 2,60), Hollandsche rijks daalders (f 2,50), een halve dito; daalders 1,50); goudguldens (f 1,40)dertientjes (f 0,65)pietjes [f 0,325)schellingen (f 0,30) zesthalven f 0,275); dubbeltjes f 0,10); plaquetten (f 0,175) Luiksche plaquetten (f 0,15); stuivertjes f 0,05); pandoertjes {f 0,10); stukken van 5, 2, 1 en 1/2 franc, de franc a f 0,47. Voorts nog ducatons, kroonen, pauwen, waarvan ik mij de waarde niet meer herinner. Curieus, hoe soms de koetsier van zijne boodschappen aan moeder afwijs deed, b.v.Hij had uitgegeven aan thee 2 dertientjes, voor koffie 3 plaquetten, voor suiker 1 pietje, voor azijn 2 pandoertjes; voor katoen 2 schellingen 9 duiten, voor schoensmeer 7 oortjes en voor peperkoek 1 pauw. Nu moest dat een en ander op zich zelf tot stuivers en duiten herleid worden en dan te zaïnen opgeteld om tot de totale uit komst van guldens, stuivers en duiten te kunnen besluiten. Ook had men bij het kopergeld zelfs Engelsche pasmunt, een „bette" (het beeld van Elisabeth), een „opening" (half penny), respec tievelijk 5 en 2i/2 cent. En zoo kwam na een oorlogstijd van 20 jaren met het jaar 1815 Europa tot verademing. Maar die verademing bleek van zeer korten duur. Toen Willem I op 16 Maart den titel van „Koning der Nederlanden" aanvaardde, was Napoleon reeds 14 dagen te voren Elba ontvlucht en in Cannes geland, terwijl Koning Lodewijk XVII1 naar Gent de wijk had genomen. Deze gebeurtenis, al spoedig door eene samentrekking van verschillende legers in België opgevolgd, bracht weder schrik en angst, ook in Aardenburg en de ouderlijke woning. Vooral werd dit het geval op de dagen van 1618 Juni. Toen op laatst genoemden dag te Brussel het gerucht had geloopen van eene nederlaag der mogendheden bij Waterloo, was dit ook al spoedig tot Aardenburg doorgedrongen. Doctor Massot had het van zijne familie uit Gent vernomen. Op geheimzinnige wijze ging hij met vader op 't kantoor. Dit verwekte achterdocht bij moeder, die aan de deur ging luisteren en vernemende, wat zij vermoed had, in tranen uitbarstte. Hoe levendig herinner ik mij nog,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1919 | | pagina 68