2s
beloofde het wel, maar begon telkens weer haar ouden deun. Dat
Engelands invloed aan den opstand niet weinig deel had, was de
algemeene opinie, waarop het voortdurend zingen en spelen van
dat volkslied zijn stempel scheen te drukken.
Des avonds gingen wij de illuminatie zien, vooral die in den
„jardin botanique". De serres waren prachtig verlicht, prijkende
met een groote „W" in het midden. Alles was schitterend behalve
juist die „W". Wel zag men het werkvolk voortdurend daarmede
bezig, maar den geheelen avond en nacht bleef hij slechts voor
een klein gedeelte verlicht. Vroeg men naar de oorzaak, dan
noemde men den wind, die echter de overige verlichting geheel
ongedeerd liet.
Maar van meer ernstigen aard was de demonstratie op den volgen
den avond in het Theatre de la Monnaie. Terloops zij hier gezegd, dat
ik bij dat theatre, waar men destijds ook de comédiespeelde, Jenneval
(wiens eigenlijke naam was Hippolyte Déckkt) als voortreffelijk
acteur en Campenhout als ténor leerde kennen, beiden de ver
vaardigers der latere Brabanponne, de eerste van de woorden, de
laatste van de muziek en Lafeuillade als baryton met een
prachtige stem. Jenneval nam later een werkdadig deel aan den
opstand en sneuvelde weldra aan het hoofd van een troep Belgen
bij Berckem of aan de brug bij Wablem. Ook wij gingen op
bedoelden avond in het Théfttre de la Monnaie de „Muette de Por-
tici" zien. Het was een stampvolle zaal en wij zagen uit onze
loge de meer en meer opgewonden onstuimige menigte beneden
ons. Maar toen Lafeuillade, als Massaniëllo, met zijn krachtige
stem het bekende air:
Amour sacré de la patrie,
Rends moi l'audace et la fierté,
A mon pays je dois la vie,
II me devra sa liberté,
gezongen had, werd de geestdrift ten top gevoerd en zonder het
einde af te wachten, liep men naar buiten, alwaar zich een on
stuimige menigte verzameld had.
Daar men het slot achterwege liet, verlieten ook wij den schouw
burg en gingen door de menigte heen naar het café-estaminet
„Domino" aan de overzijde van de „Place de la Monnaie" om