31 het toen vreemde rijk gelegen, langzamerhand wilden ontdoen. Door die Belgische eigenaren werden hun aldaar gelegen lande rijen meer en meer aan Belgische, althans Roomsche landbouwers verpacht, waardoor het Belgisch en Roomsch element, vooral in 't Westelijk deel van Staats-Vlaanderen hand over hand toenam. Dit wordt thans aanschouwelijk gemaakt door de Roomsche kerken, welke de vroegere Eransche of Waalsche kerken vervangen hebben. Deze werden, de eene voor, de andere na, opgeheven. De laatste, die van Oostburg, in 1817. Met het begin dezer eeuw waren er in bedoelde streek slechts twee Roomsche kerken, eene te Sluis, hoofdzakelijk ten behoeve van het garnizoen, en te IJzendijke. Aardenburg was voor de Roomschen kerkelijk te Middelburg in Vlaanderen. Het kerkepad derwaarts liep door de Elderschans en werd in 1830 door de militaire macht gesupprimeerd en is later gesupprimeerd gebleven. Eerst in 1805 of 1806 kreeg Aardenburg zijne Roomsche kerk, wat door andere plaatsen werd gevolgd, zoodat thans behalve de genoemde gemeenten Aarden burg, Biervliet, Eede, Groede, Hoofdplaat, Oostburg en Schoon- dijke in het bezit van zulke kerken zijn. Tijdens de vijftienjarige vereeniging van Noord- met Zuid- Nederland werd in het vierde district van Zeeland weinig van het verschil in godsdienst in den omgang gemerkt en leefde men er, schijnbaar althans, in vrede. Dit scheen ook het geval met het onderling verkeer tussehen de grensgemeenten, waaronder ook de volkrijke gemeente Maldeghem. Uit dien toestand, waarin ten jare 1830 zich dat district be vond, kan men begrijpen, dat menigeen, Roomsch of Belg van afkomst, zich tot eene vereeniging met België voelde aange trokken, wat in vierkanten strijd was met de gezindheid der afstammelingen van de vluchtelingen der 16e, 17e en 18e eeuw, in 't algemeen, die, Noord-Nederlanders geboren, in andere zeden, gewoonten en godsdienst waren opgevoed. De gevolgen van dat een en ander zouden bij den voortgang van het Brusselsehe oproer niet uitblijven. Dewijl ik bij mijne her inneringen daaraan mij uitsluitend bij Aardenburg beperken wil, laat ik alles liggen, wat daarmede niet in onmiddellijk verband staat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1919 | | pagina 75