33 school, welke ik eenige maanden moest verlaten, had de praeceptor dier school aan de leerlingen verteld, dat ze niij niet zouden weerzien, daar ik de vliegende tering had. Ook als student gaf ik wel eens bloed op. Ik kon dus niet anders doen, dan in mijns vaders wil berusten. Alzoo bleven wij voorloopig in Aar denburg als bewTakers van het ouderlijk huis. Maar bij de meer en meer dreigende houding der Belgische naburen moest Aardenburg op eigen veiligheid bedacht zijn en tegen stroopbenden zich zooveel mogelijk wapenen. Men begon met het organiseeren eener burgerwacht van vrijwilligers, waar onder ook mijn beide broeders met mij zich verbonden. Het ontbrak ons echter aan wapenen. Op ons dringend verzoek ont vingen wij er van Regeeringswege een dertigtal, zoo het scheen niet van het beste soort, alsmede een goed aantal patronen. Daarmede nu gewapend, betrokken wij bij beurten des nachts de wacht en werden aan de toegangen posten met geladen geweer uitgezet, één op den steenweg naar Maldeghem, een ander op den weg buiten de Waterpoort naar Middelburg en Eede. Maar weldra bleek het, dat in de schaapskooi menig schurftig schaap gevonden werd. Toen het te Oostburg voor de eerste maal tot eene schermutseling kwam tusschen eenige Belgen met GrÉgoire aan het hoofd en de gewapende burgers van Oostburg, ondersteund door de juist aangekomen Hollandsche troepen onder bevel van kapitein Groeneveld, kwamen in den nacht twee Aar denburgers geloopen in de wacht, waar, behalve de verplichte wakers, ook vele anderen, die iets van de schermutseling gehoord hadden, tegenwoordig waren. Zij vertelden ons, drie broeders, die daarbij tegenwoordig waren, dat zij van Oostburg kwamen en dat zij, begrijpende, dat wij gaarne een nauwkeurig verslag van het gebeurde zouden vernemen, daartoe van onze namen bij de autoriteiten hadden gebruik gemaakt, waarna zij ons een en ander mededeelden, wat wij met gretigheid en ingenomenheid aanhoorden. Intusschen werd het al spoedig bekend, dat zij als Belgische spionnen dienst deden. Maar het bleef niet bij die eerste schermutseling. Spoedig bleek het, dat men het ernstig op eene Belgische verovering van het geheele vierde district gezet had. Archief 1919. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1919 | | pagina 77