VI In de Deeembervergadering behandelde de heer H. van Oordt „De havens van Walcheren". De Januarivergadering was gewijd aan een lezing van den heer M. J. van Pienbroek over „Een en ander betreffende de pharmacie in de 16e, 17e en 18e eeuw". In de Eebruarivergadering sprak de heer J. J. Wrap over „De afstamming der bevolking van Middelburg". De reeks der spreekbeurten werd in Maart besloten met een voordracht van den heer dr. J. P. Cannegieter over „Aesthetische, ethische en religieuze levensopvatting, naar aanleiding van Ibsen's Brand". In al deze vergaderingen werden de ingekomen boekwerken door den Voorzitter besproken. Het personeel der conservatoren is thans samenge steld als volgt: Zelandia lllustrata: de heer dr. W. S. Unger. Penningen en munten: mej. M. G. A. de Man. Geschiedkundige voorwerpen en zeldzaamheden: Een verande ring in het beheer dezer verzameling wordt door het bestuur overwogen. Fossilia (alle in den grond of het water gevonden voorwerpen, de zoogenaamde steenenkamer): Ad idem. De ouderwetsche kamer en die van de Zeeuwsche kleeder drachten: mej. A. M. de Man. Porselein en aardewerk: Vacant. Ethnographische voorwerpen: de heer P. C. van der Wolk. Zoölogie (met uitzondering van de vogels en insecten)de heer dr. J. H. Vernhout. Opgezette vogels: de heer W. Chr. Noske. Entomologie: de heer W. Chr. Noske. Mineralia en voorwerpen van geologisclien aardde lieer dr. it. van der Laan. Botanica: mej. A. P. Ogterop. Schilderijen, platen en portretten, niet tot de Zelandia lllustrata behoorendemevr. M. JS. L. Eloutürabbe. De oudheidkundige commissie bestaat uit de heeren

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1919 | | pagina 8