48
ingezonden. Alleen het gevecht bij Stroobrugge bracht eenige
gewonden te Aardenburg. Onder dezen kapitein van Hoey Schii,-
HOUWEit en luitenant Wentiiolt. De eerstgenoemde lag zwaar
gewond ten huize van broeder Servaas en werd door dokter
Carpentier, geboortig uit Gent, met wien ik tegelijkertijd aan
de Universiteit gestudeerd bad en die zich in 1829 of 1830 te
Aardenburg gevestigd had, zorgvuldig behandeld. Tegen alle
verwachting herstelde hij, zoodat hij steeds zeide„Door een Belg
ben ik gewond, maar ook door een Belg genezen". Luitenant
Wentholt, mede zwaar gewond, lag bij den ontvanger Bi.onker
in kwartier. Hij had in deu dienst iets goed te maken. Bij
eene vorige gelegenheid had hij zich min heldhaftig gedragen. Om
die vlek uit te wisschen had hij op zijn dringend verzoek een
der gevaarlijkste stellingen verkregen en door zijn manhaftig ge
drag zijn doel bereikt.
Daarbij kwam nu voor de burgers van Aardenburg de om
standigheid, dat aldaar het militaire commando in handen kwam
van zekeren majoor Stok en dat geen Blindenbach meer tegen
over hen stond. Hier alles op te sommen, wat door den majoor
ten nadeele en verdriet in Aardenburg is verricht, zal ik niet
ondernemen. Ik zou het ook niet kunnen, omdat mij niet alles
bekend is. Slechts dit weinige
Den boeren uit Eede, Heille en St. Kruis, die door de voor
posten te Aardenburg wilden binnenkomen, werd door hem geld
afgeperst. De ververschingen van verschillenden aard, door het
daartoe te Middelburg gevestigde comité hem voor de zieke en
gewonde militairen toegezonden, hield hij grootendeels achter.
Door zijn invloed werd aan de inwoners van Aardenburg voort
durend de gedeeltelijke vergoeding onthouden, welke hun wegens
de meer en meer drukkende inkwartiering rechtmatig toekwam,
totdat ten langen leste door de hoogere autoriteit daaraan ee)i
einde werd gemaakt. In Aardenburg was er eeu Hink gerechts
dienaar gestationneerd, met wiens vrouw de majoor op goeden voet
stond en die, vermoedelijk daardoor, hem beleedigende woorden
had toegevoegd. Tengevolge daarvan liet de majoor hem naar
Middelburg opvoeren en voor de rechtbank terechtstaan om op
die wijze een facheux troisième, tijdelijk althans, te verwijderen.