XVI om het publiek wakker te roepen. Dat de archivarissen van Middelburg en Vlissingen op dit gebied werkzaam zijn, valt toe te juichen, maar op kleinere plaatsen ontbreekt dikwijls de per soon, die de zaak wil aanbinden. In dit verband wil ik aan stippen, dat de steun van het bestuur van ons Genootschap is gevraagd en verleend voor een adres aan den Raad der gemeente Zierikzee, ten einde de benoeming te verkrijgen van enkele bekende deskundigen in den lande, die Burgemeester en Wethouders zouden adviseeren ten opzichte van bouwplannen, die de ontsiering van straat of stadsdeel met zich zouden brengen. Ook is het bestuur bezig met zekere voorbereidende maatregelen op oudheid kundig gebied, waarover beter het volgend jaar zal worden gesproken. Voorloopig is de post van leider van den oudheidkundigen dienst vacant en ik heb nog in plaats van den ontbrekendeu conservator verslag te doen van de aanwinsten, die in het afge- loopen jaar verkregen zijn. Deze bestonden uit vormen van aardewerk, afkomstig van een te Nieuwland be staan hebbende fabriek, geschonken door den heer J. Bak Brouwer, te Laag Soeren een zilveren beker, in 1879 geschonken aan den kapitein ter zee A. de Bruyne, als herinnering aan zijn reizen met de Willem Barentsz., nu aan het Genootschap aangeboden door mevrouw de weduwe de Bruyne, te 's-Gravenhage; twee koperen kannetjes en een kruithoren, geschonken door jhr. A. van Reigersberg Versluvs; een gevelsteen, afkomstig van de brouwerij de Vijfhoek, ge schonken door den heer N. Verhulst. De steenenkamer zal, wat het door dr. Vernliout beheerde gedeelte betreft, later ter sprake komen. De conservatrice heeft het volgende bericht: „In het begin van 1919 werden door juffrouw Van Aken te Groningen fragmenten van steenen voorwerpen aan het Zeeuwsch Genootschap ten geschenke aangeboden, die eenige jaren geleden gevonden waren op de slikken ter plaatse waar oudtijds de ver zwolgen stad Reimerswale had gelegen. Bij aankomst bleken het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1920 | | pagina 20