XXVII van Mol lusken; een watersalamander uit de omstreken van Yerseke; en twee aan elkaar gegroeide eieren van de kip. Van den heer P. W. Menalda van Schouwenburg te Middelburg: eenige schelpen uit Curaqao. Van den heer A. B. van Deinse te Rotterdameen photographie van de schilderij in het raadhuis te Domburg, voorstellende het ongeboren jong van een 4 Dec. 1783 te Domburg gestranden walvisch, Orca orca, van welken eene teekening in ons museum aanwezig is, terwijl wij het jonge dier zelf, opgezet, bezitten. De photographie, in een lijstje gezet, hangt nu onder de genoemde teekening in het vertrek naast de planetarium-kamer; ook het opgezette dier staat daar op een der kasten. Van den conservator: een schelp van een landslak, verzameld bij Grijpskerke. Van het Comité ter bestudeering der mollusken-fanna van Nederland te Amsterdam, door bemiddeling van den conservator: een groote collectie schelpen van mollusken, op verschillende plaatsen van Nederland, waarbij ook Zeeuwsche localiteiten, verzameld. Na mijn optreden als conservator der steenenkamer (palaeontologica), heb ik al de voorwerpen, die tot mijn gebied in deze afdeeliug behooren, nagezien en, waar het noodig was, verkeerde of verwisselde etiketten verbeterd. Aanwinst door geschenk Van mej. M. G. A. de Man te Middelburg: een tand van den mammouth, opgevischt in den mond van de Schelde. Nadat dr. Van der Laan verzocht had van het conservatorschap der afdeeliug mineralogie ontheven te worden, is mij tijdelijk het beheer er van opgedragen, totdat een meer bevoegde onder onze medeleden die taak op zich wil nemen. Wanneer de zoölogische verzameling door mij zal gerangschikt zijn, ben ik voornemens om de voorwerpen, in deze afdeeliug berustend, nauwkeurig na te zien. Een voorloopige inspectie heeft inij aangetoond, dat er bij de geologische voorwerpen nog een vrij groote verzameling palaeontologische voorwerpen aanwezig is, die ik voorloopig maar in deze afdeeling zal onderbrengen."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1920 | | pagina 31