XXVIII Het verheugt mij uit de inlichtingen, die ik van de conser vatoren en conservatrices ontving, de zekerheid te hebben mogen verwerven, dat er met ijver wordt gewerkt oin de verzamelingen aan haar doel te doen beantwoorden. Het Genootschap geeft ook hierdoor een bewijs van zijn levenskracht. Wij mogen niet twijfelen, dat het tot het doorvoeren van grootere hervormingen naar de eischen van den tijd in staat zal blijken te zijn; wij meenen, dat zijn streven recht heeft op den steun van de autori teiten, te meer naar mate zijn leden meer en meer bewijzen geven van hun genootschapszin. Ik eindig mijn verslag met het uitspreken van den wensch, dat zij allen hun plicht tegenover ons Genootschap mogen beseffen, zich daarvan meer en meer doordringen en dat dientengevolge onze oude instelling een nieuw leven moge beschoren zijn. Ik heb gezegd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1920 | | pagina 32