II Het aantal directrices en directeuren bedraagt thans 49, het aantal leden 541, van wie 92 te Middelburg gevestigd zijn; volgens het vorig jaarverslag waren die cijfers onderscheidenlijk 49, 543 en 88. In de op 7 April 1920 gehouden Algemeene Vergadering werd voorzien in de periodieke vacature ontstaan door de af treding van mr. F. J. Sprenger, die volgens de wet niet her kiesbaar was. In zijne plaats werd gekozen mr. J. H. van Bel. In eene buitengewone vergadering op 28 April 1920 werd door den thesaurier mr. G. J. Sprenger de rekening afgelegd over het afgeloopen jaar, welke in ontvang werd vastgesteld op f 6938,90, in uitgaaf op f 6951,53, met een nadeelig slot alzoo van f 12,43. De stand der geldmiddelen had het bestuur reeds vroeger er toe gebracht zich tot de Staten van Zeeland te wenden met een met redenen omkleed verzoek tot verhooging van het subsidie, dat het Genootschap sedert meer dan eene halve eeuw van de Provincie mocht ontvangen, en de Staten hebben inder daad bij besluit van 20 Juli 1920 een jaarlijksch subsidie ver leend van duizend gulden, onder voorwaarde dat de behoefte aan het subsidie telken jare aan Gedeputeerde Staten zal moeten blijken uit de over te leggen begrooting, en dat jaarlijks aan Gedeputeerde Staten worden overgelegd afschrift of afdruk van de rekening en van het verslag. Het stemt tot dankbaarheid, dat de Staten van dit gewest, welke ook gedwongen zijn zuinig heid te betrachten, een open oog hebben voor de beteekenis van ons Genootschap, en eene instelling van groot openbaar nut uit de openbare kas willen blijven steunen. Toch is ook met het verhoogde subsidie de zorg van het bestuur niet weggenomen en is in het afgeloopen jaar zuinigheidshalve niets in druk uit gegeven dan het jaarverslag. In de genoemde vergadering werden vier aandeelen ad f 100 van de rentelooze geldleening van f 9900 uitgeloot, van welke reeds vroeger twee aan het Genootschap waren geschonken. De gewone vergaderingen hadden geregeld plaats en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1921 | | pagina 10