XI wij naar het strand afdaalden, dat het eerste veld van onderzoek moest opleveren. Mijn geleider maakte zich de illusie, dat ik zoo gelukkig zou zijn zelf een interessant muntstuk of sieraad te vinden, maar ik deelde deze niet. Niet uit bijgeloof, maar omdat ik overtuigd ben, dat men ook in dezen de omstandig heden moet leeren kennen en leeren gebruiken. Was ik vroeger in het jaar gekomen, dan was mijn kans minder goed, was ik later gekomen, dan was zij gunstiger geweest. De wind uit eene zekere richting waait het zand over de voorwerpen, die uit een anderen hoek waait het er af; ik trof het laatste geval. Men kan licht opmerken, dat het strand niet overal dezelfde kleur vertoont, en mijn gids leerde mij spoedig, welke bodem het meeste uitzicht, of alleen uitzicht, op vondsten aanbood. Maar dan was de grond bezaaid met tallooze voorwerpjes, welke een geoefend oog leert niet te zien, om alleen aandacht te schenken aan wat opmerking verdient. Ik schoof wel voorzichtig met naar den grond gerichte oogen naast mijn tochtgenoot voort, maar ik zag niets bijzonders, dan stukken steen en aardewerk, die tot ge- dachtenwisseling aanleiding gaven, maar toch niet ongemeen waren, en vooral eene verbazingwekkende hoeveelheid schilfers ijzer. Ik legde mij de vraag voor, of deze afkomstig konden zijn van ankers, kettingen, banden van vaatwerk of dergelijke voorwerpen, die men op alle schepen van vroeger of later tijd kan vinden en die dus ook door ongelukken op het strand kunnen komen. Mijn geleider hield ze echter voor stukken van zwaarden en harnassen, en zag in zijne verbeelding de spaan ders vliegen in den strijd tusschen de vaderlandsche kustwacht en de Noormannen. Dat de stukken bergsteen van elders moesten zijn aangewend, kon ik niet loochenen, en de brokken aardewerk wist de heer Hubregtse op aannemelijke wijze te bepalen. We behoefden onze wandeling langs het strand overigens niet voort te zetten dan tot een punt bezuiden den vuurtoren, omdat verderop de zee veel land heeft doen verloren gaan, zooals de oude kaarten aanstonds leeren. We gingen dus de duinen in en bezochten een aantal duinpannen, waarin duidelijk de standsporen van oude woningen waren te ontdekken overigens nog veel duidelijker te zien op uitmuntend geslaagde photographieën, welke

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1921 | | pagina 19