xu de heer Hubregtse op een zomerdag had laten vervaardigen voorts massa's keramiek en een enkelen vuurhaard. Mijn geleider was weinig ingenomen met het vastleggen van de duinen door het domeinbestuur, overigens erkentelijk, dat dit bestuur met enkele zijner wenschen rekening had willen en kunnen houden. Hij legde mij ter plaatse uit, waar hij zijn belangrijkste vondsten gedaan had, wat hij zich voorstelde omtrent de oude bevolking der duinstreek, en waaron hij meende dat een wetenschappelijk onderzoek hier niet veel meer zou kunnen opleveren dan hij reeds gevonden had, zoodat hij liever den vluchtberg zou zien onderzocht. Later bezichtigden wij dan de rijke verzameling te zijnen huize, waar hij mij ook toonde, wat hij reeds op papier gebracht had. Uit zijne mededeelingen en hetgeen mij toen en later van de opvattingen van dr. Holwerda is gebleken, werd mij de beteekenis van de vondsten wel duidelijk. Wij hebben hier gegevens omtrent de oude bevolking van den duinrand van Schouwen, die blijkens de in den vluchtberg onder Duivendijke aangetroffen voorwerpen, ook meer landwaarts zal hebben gewoond. Met behulp van de vondsten kunnen wij de armelijke geschreven berichten over Zeeland's vroegste geschiedenis aanvullen. Nadat een en ander in eene bestuursvergadering was besproken, machtigde het bestuur mij de zaak verder met dr. Holwerda te overleggen en bij de Regeering te pleiten voor de verleening van 'een subsidie voor een wetenschappelijk onderzoek van den genoemden vluchtberg, waartoe het een request had ingediend. Ik moet erkennen, dat ik alle reden heb om tevreden te zijn over het onthaal, dat het denkbeeld zoowel aan het Departement vau Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen als bij dr. Holwerda heeft gevonden. Dat de zaak ten slotte is blijven steken, ligt aan de tijdsomstandigheden, waarover het niet noodig is verder uit te weiden. Wij mogen alleen hopen dat uitstel geen afstel is. Ook betaamt het hier met erkentelijkheid melding te maken van de bereidwilligheid van den eigenaar van den vluchtberg om de afgraving op te schorten. Middelerwijl heeft zich een ander terrein van onderzoek geopend. De concierge van ons museum, die sedert lang op ongeregelde

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1921 | | pagina 20