XX De conservator van het kabinet van natuurlijke his torie brengt het volgende verslag uit „In het afgeloopen jaar werd de rangschikking der verzame lingen door mij voortgezet. Daar de besprekingen met het be stuur, betreffende het plaatsen van alle voorwerpen, tot deze afdeeling behoorende, op dezelfde verdieping van het museum gebouw, en het verwijderen uit de vertrekken der natuurhistorische collectie van voorwerpen, die niet tot die afdeeling behooren, mij niet tot een resultaat hebben geleid, zal ik het overzicht over de verdeeling der voorwerpen in de verschillende vertrekken tot een volgend jaarverslag uitstellen. De verzamelingen verkeeren over het algemeen in goeden toestand. Onder de opgezette vogels zijn voorwerpen, die door betere zouden kunnen vervangen worden, indien zich daartoe de gelegenheid aanbood. Al het spiritus-materiaal is door mij nagezien, en op mijne aanwijzing heeft de concierge tal van flesschen aangevuld of van nieuwe spiritus voorzien. Nieuw glaswerk, waaraan dringende behoefte bestond, werd aan gekocht. Met erkentelijkheid maak ik er melding van, dat mij door verscheidene personen ledige lucifersdoosjes werden ge schonken; deze kunnen steeds gebruikt worden om er kleine voorwerpen, voornamelijk conchyliën in te bewaren, zoolang de financiën van het Genootschap niet veroorloven om, zooals het eigenlijk behoort, cartonnen bakjes te laten vervaardigen. Ik zag deze lucifersdoosjes-methode ook toegepast in het Museum van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg te Maastricht, om dezelfde reden. Een woord van bijzonderen dank wensch ik te brengen aan ons medelid, den heer P. de Bruyne, die zijne eigene verzamelingen en zijne bibliotheek steeds te mijner beschikking stelde, en krachtig medewerkte om onze „Fauna van Zeeland" met tal van voorwerpen te verrijken, getuige o. a. de op verschillende plaatsen onzer provincie verzamelde conchyliën, door hem ten geschenke gegeven. Wat het gebruik van de verzamelingen betreft, werden de schelpen der Nederlandsche mollusca dikwijls door den heer De Bruyne en mijzelven geraadpleegd bij ons onderzoek over de in Zeeland voorkomende weekdieren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1921 | | pagina 28