9 St. Joris gebruik werd gemaakt. Toen deed J. A. van de Perre van Nieuw-erve, de bekende Middelburgsobe Maecenas, een voorstel, dat dadelijk goeden weerklank bij de Heeren vond, namelijk om in gemeenschap met het Natuurkundig Gezelschap het woonhuis van wijlen den heer mr. M. J. Veth van de Perre, gelegen in de Latijnsche Schoolstraat het latere Museum Mediobur- gense voor de som van f 15000 aan te koopen. De koopsom zou door eerstgenoemde worden voorgeschoten, die bovendien de kosten der inrichting van een en ander op zich nam, terwijl in plaats van rente vergenoegd zou worden met de som, die tot nu toe jaarlijks aan lokaalhuur was betaald, te weten 33.6.8. De kamers boven de Waag werden nu verlaten en in 1787 vervangen door de vier bovenvoorkamers, de afgesloten gaanderij, daarlangs loopende, en den zolder daarboven in het nieuwe ge bouw. De ingang zou plaats hebben door het zoogenaamde koets huis De teekenlessen zijn daar gegeven tot in 1840, toen de inrichting naar het huis in de St. Pieterstraat, waar thans het gebouw der Vrijzinnig-Hervormden staat, werd verplaatst. Keeren wij thans weder tot ons onderwerp terug. Nu het was uitgemaakt, dat hier in Middelburg geen kans bestond tot het slaan der medailles voor de Academie en de prijs in Holland te bezwarend was bevonden, had men zich tot den bekenden graveur B. C. van Calkar te Zeist gewend, die ook de prijspenniugen van het Zeeuwsch Genootschap vervaardigde. Stempels en ring werden hem toegezonden met verzoek om prijsopgave van een zilveren medaille en wat het bewaren der stempels zou moeten kosten. Van Calkar berichtte Maart 1802, dat de prijs van een medaille van 11/2 ons hjn zilver f 5.5 zou bedragen en voor fatsoen nog f 3.5 daarbij, bijgevolg f 8.10 per exemplaar; een zilververgulde met dito ketting er bij zou op f 36 komen te staan. Hij raadde aan een gleuf in den ring der stempels te doen maken, „opdat de medailles met de oogjes tegelijkertijd zouden worden geschroefd". Het zou slechts acht gulden kosten. Voor 1) Zie: Zeelands chronyk almanach van 1791 en 3792, waarin een duidelijke afbeelding van den gevel voorkomt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1921 | | pagina 67