18
aan een groote schaar van leerlingen gegeven, voor wie het ge
noten onderricht een bron van onschatbare waarde is geweest en
uit wier midden menig talentvol jongeling zich ten volle heeft
kunnen ontwikkelen.
Recapituleerende, vinden wij de volgende data voor het ver
schijnen der prijspenningen
1778. Johan Matthias Holtzhey maakt den stempel voor een
cachet naar ontwerpen van Jacob Perkois.
1778. Holtzhey vervaardigt een tweede exemplaar, kleiner en
slechts met letters in plaats van figuren.
1787. Uitreiking van een door J. W. Gericke, goudsmid te
Middelburg, uit de hand gedreven zilververgulde medaille
op de prijsuitdeeling van dat jaar.
17881789. Uitreiking van twee dergelijke groote medailles,
en een gegoten in plaats van uit de hand gedreven.
1790. Eerste uitreiking van een zilververgulden penning te
Middelburg, op stempels door G. J. Kockers vervaardigd,
geslagen.
1791. De zilververgulde en zilveren prijspenningen werden aan
dito kettingen of aan zijden linten hangende, vereerd.
1802. De prijspenningen der Academie worden niet meer aan
de Zeeuwsche munt, maar tot 1813 door Bernard van
Calkar, stempelsnijder te Zeist, geslagen, daarna door
Willem van Calkar en E. B. Schoeter aldaar.
1822. Eerste uitreiking op de Academie van Rijksprijspenningen
voor Teeken Akademiën, in twee verschillende grootten.
De penning van de Academie blijft als extra prijs of als
accessiet bestaan.
1849. De Rijksprijspenningen door Simon te Brussel gesneden,
onbruikbaar geworden zijnde, worden vervangen door
exemplaren door Van der Kellen te Utrecht vervaardigd.
Twee verschillende grootten.
1852. Voortaan zullen in plaats van de dure prijsboeken groote
en kleine „bronzen" penningen worden vereerd. De eerste
kunnen op de bestaande stempels der Academie worden