28 conté de Mandres du coste et au loug de ïlandres y avoit autaut et si avant jurisdiction qu'il povoit entrer en l'eauwe et aloncher d'une espee ou de la verge de iustice ce qu'il a volu exploicter", dat dus de graaf van Vlaanderen geen jurisdictie op de Wester- schelde uitoefent, belialve dat hij (of zijn ambtenaar) in het water mag waden en een vervolgde mag arresteeren door hem met zijn degen of zijn staf van justitie te „aloncher". „Aloncher" is echter geen bestaand woord en een verkeerde lezing van Kluit voor „atoucher" (aanraken). Het vonnis bevat geen enkele aanwijzing, dat Kadzand, hoewel liggend aan de Vlaamsche zijde der Westersclielde, tot Zeeland zou behooren, maar uit dit stilzwijgen valt, zooals vanzelf spreekt, nog geen bewijs te putten, dat het eiland tot Vlaanderen behoorde. Inderdaad hebben verschillende schrijvers steunend op het gezag van Kluit 2)> aangenomen, dat de grens tussclien Zeeland en Vlaanderen ten Zuiden van Kadzand lag en samenviel met het (thans verzande) Zwin of Sluische Gat, waaruit zou volgen, dat Kadzand, gelegen tussehen den mond van de Westersclielde en het Zwin, Zeeuwsch gebied was. Deze meening is echter niet houdbaar. Zij knoopt zich vast aan een oorkonde van 7 Maart 1167 3), welke constateert, dat de graaf van Holland van den graaf van Vlaanderen Zeeland Bewesten (de Ooster-) Schelde in leen houdt. Dat leen ligt, volgens hetzelfde stuk, „inter Sceld et Hiddeneze" (tussehen de Oosterschelde en de Hiddeneze). Charters uit de 13e 4) en 14e eeuw, die eveneens deze omschrijving bevatten, leveren de varianten: Heidensee, Hedenese, Ilendeneze e. a. Deze Hei- densee nu zou volgens Kluit identiek zijn met het Zwin, dat bij Sluis in zee vloeide. De, voor zoover ik weet, laatste bestrijder van deze opvatting, D. Bekten 5), is in verschillende opzichten niet zeer overtuigend 1) O. a. P. J. Blok, Geschiedenis van het Nederlandsche volk (tweede druk), I, 143; H. Brugmans, De Wielingen (1920), 14. 2) Ilistoria critica, In, 112170. 3) l. Ph. C. van den Bergh, Oorkondeuboek van Holland en Zeeland, 1, nr. 147 (met onjuiste datecring). 4) Ook b.v. de Zeeuwsche keur van 1256 noemt in den aanhef de Iledensee als de zuidelijke grens van Zeeland. R. Fruin, Keuren van Zeeland, 3. 5) Histoire du lien féodal entre la Flandre et la Zélande, I, in: Handelingen der Maatschappij van geschied- en oudheidkunde te Gent, 1911, 82.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1921 | | pagina 86