Ill
schijnt te eindigen en op een object te stuiten, blijkt dit object
in bet begrip, in bet subject, te liggen. Dit is zóó evident, dat
wie het zich even indenkt, er onmogelijk moeite mee kan hebben.
Met deze beweging van het subject, dat het opject begrijpt of
in zich opneemt, en dus tot subject maakt, gaat echter onver
mijdelijk een andere gepaard. Het subjectieve begrip, het ik,
verdiept zich, al begrijpende, in zijn object en wordt daar evenzeer
door opgenomen en geassimileerd, als het zelf het object aan zich
zelf gelijk maakt. Het object maakt dus tevens het subject tot
object, er heeft m. a. w. een wederzijdsche doordringing plaats,
zoodat werkelijk concreet begrip niet meer slechts persoonlijk of
subjectief is maar bovendien algemeen of voor iedereen geldend,
dus objectief weten is geworden en derhalve boven het gelooven
of meenen is uitgegroeid.
Dit is nu het eenvoudige schema van de ontwikkeling der
wetenschap en daarmee van de wetenschappen. Want het is
duidelijk, dat het subjectieve begiip zich niet onmiddellijk bewust
gaat bezighouden met het objectieve in zijn gelieelen omvang,
maar zich aanvankelijk werpt op dat gedeelte, dat met zijn sub-
jectieven aanleg het meest natuurlijke overeenkomst vertoont. Zoo
ontstaat niet onmiddellijk de wetenschap, maar gaan de afzonder
lijke, eindige, wetenschappen voorop, om ten slotte samen te komen
in de wetenschap der wetenschappen, het kennen van het kennen,
het souvereine, alomvattende of vrije begrip, dat in al het aan
vankelijk vreemde slechts zichzelf blijkt te begrijpen. Maar zoowel
de theoloog als de natuurkundige, de medicus als de literator,
allen passen reeds in hun vakstudie het begrip toe en zoodra zij
ernstig in hun afzonderlijke wetenschap niet zichzelf maar het
objectieve zoeken, zichzelf offeren om de objectieve waarheid op
te sporen, zijn zij wetenschappelijk bezig en op weg om zichzelf
le leeren kennen en terug te vinden in al het andere en in alle
anderen. Daarom zou het ook van uit dit hoogere standpunt toe
juiching verdienen wanneer het „Gnothi seauton" als herinnering
aan het hoogste doel der wetenschap in gulden letteren boven onze
hoofden prijkte en daarom hadden de Staten van Zeeland, toen in
1709 de vereeniging van een aantal geleerden, door wie alle facul
teiten vertegenwoordigd waren, om erkenning verzocht, aan dat