vm
Het Genootschap had in het afgeloopen jaar het overlijden te
betreuren van den directeur Jhr. Mr. E. A. O. de Casembroot
alsmede van de leden Mej. M. C. Berdenis van Berlekom en de
Heeren A. N. J. Eabius, H. S. Gratama, A. llollestelle, W. Jansen,
Mr. P. A. JSr. S. van Meurs, A. Oclis, Mr. E. E. van Raalte,
Dr. A. J. C. Snijders, Prof. J. A. Snijders en H. L. Gerth van Wijk.
Van de 22 in de vorige Algemeene Vergadering benoemde
nieuwe leden namen 21 hun benoeming aan.
Het Genootschap telt één eerelid. Het aantal directrices en
directeuren bedraagt thans 52, het aantal leden 541, van wie
100 te Middelburg gevestigd zijn; volgens het vorig jaarverslag
waren deze cijfers onderscheidenlijk 49, 541 en 92.
In de op 6 April 1921 gehouden Algemeene Vergadering
werd in de plaats van den wegens vertrek uit de gemeente aftre
denden voorzitter Mr. H. J. Dijekmeester, tot voorzitter gekozen
Dr. D. Schoute, met wien de heer II. van Oordt was voorgedragen.
In de plaats van den eveneens wegens vertrek aftredenden secretaris
Dr. IC. Heeringa werd tot secretaris gekozen Mr. A. Meerkamp
van Embden, met wien Dr. J. 11. Vernhout op de voordracht
stond. In de periodieke vacature, ontstaan door de aftreding van
het bestuurslid den lieer H. van Oordt, die niet herkiesbaar was,
koos de vergadering den heer P. de Bruijne, met wien Dr. W.
E. Stutterheim was voorgedragen.
Dr. Sclioute huldigde in deze vergadering de verdiensten van
den scheidenden voorzitter, waarna Mr. Dijekmeester in zijn ant
woord hartelijke waardeering uitte voor den arbeid, verricht
door den aftredenden secretaris.
Ook in de vergadering van 5 October herdacht de voorzitter
nog eens in warme woorden de diensten, door de heeren Dijekmeester
en Heeringa aan het Genootschap bewezen, en nadat de daarvoor
noodige wetswijziging was tot stand gekomen, benoemde de ver
gadering van 2 November den heer Dijekmeester tot eerelid van
het Genootschap.
In een buitengewone vergadering op 26 April 1921
legde de thesaurier Mr. G. J. Sprenger de rekening over het