Z E EU WSOH-VLAANDEREN,
WESTELIJK DEEL, VÓÓR EN TIJDENS
DE FRANSCHE OVERHEERSCHING,
DOOlt
Mr. P. J. VAN BORTEL.
M. H.
Niet zonder gemengde gevoelens nam ik kennis van den rooster
der werkzaamheden voor Uw Genootschap voor het semester
1921/1922. Wie in die werkzaamheden meer van nabij betrokken
wordt, voelt zich onmiddellijk voor een moeilijke keus geplaatst,
de keus van een onderwerp. Uit de samenstelling van den rooster
heb ik evenwel met blijdschap geconstateerd, dat een Zeeuwsch-
Vlaamseh onderwerp Uw Bestuur welgevallig is. Immers ook de
heer Pattist, de drager der Zeeuwsch-Vlaamsche gedachte, werd
tot het houden eener lezing uitgenoodigd.
clnu, het zij mij vergund te trachten eene historische toe
lichting te geven betreffende het eigenaardige karakter der bevolking
van Zeeuwsch-Vlaanderen, Westelijk Deel. Op dat deel van
Zeeuwsch-Vlaanderen is wel in bijzonderen zin van toepassing
het gevleugelde woordhet is ons eigen landje, maar deel van
Nederland.
Tot de Eransche overheersching stond Zeeuwsch-Vlaanderen,
Westelijk Deel, met uitzondering van het stadje Biervliet, bekend
Archief 1922. 1