3 Het Oost-Vrije is in de plaats getreden van het Vrije van Brugge. In overeenstemming daarmede wordt het Oost-Vrije daarna het Vrije van Sluis genaamd. De uit Brugge gevluchte Jonker Jacob de Grijse wordt in zijn ambt hersteld en. fungeert voortaan als hoofdbaljuw van het Vrije van Sluis. Er wordt geen nieuwe instructie voor hem in het leven geroepen, maar zijn commissie en instructie, door hem in 1582 van den hertog van Aletujon en Anjou ontvangen, blijven eenvoudig doorloopen. Het wapen van het Vrije van Sluis is hetzelfde als het wapen van het Vrije van Brugge: een veld van zilver met een band van azuur, gekroond met een distelplant. De historische lijn wordt gecontinueerd. Men past zooveel mogelijk aan de oude instellingen aan. Kende het Vrije van Brugge het College van den Vrije van Brugge, in het Vrije van Sluis trad op het College 's Lands van den Vrije ran Sluis, tegelijk een bestuurs- en een rechtscollege. In het Vrije van Brugge bleef van bepaalde vonnissen beroep open bij den Baad van Vlaanderen te Gent, voor het Vrije van Sluis werd een Raad van Vluanderen te Middelburg gevestigd. Verkregen rechten werden geëerbiedigd. De steden Sluis, St. Anna ter Muiden, Aardenburg en Oostburg behielden hare eigen juris dictie. Breskens en Nieuwvliet bleven heerlijkheden met een eigen regeering en rechtsbedeeling. Het dagelijksch beheer en de plaat selijke politie bleven in de parochies aan de zorgen van de hoofdmannen toevertrouwd. Dat vasthouden aan de historische lijn, reeds in de grijze oudheid ontsponnen, moet wel een eigenaardige plooi aan het volkskarakter hebben gegeven. Zelfs in de rechtsbedeeling sprak de oorspronkelijke herkomst nog na. Het tiendrecht b.v. was gebaseerd op het Vlaamsche recht. In 1720 betoogt de Watering Cadzand in een request aan de Staten-Generaal dat het niet meer dan billijk is dat ook de tiendheffers, de abdij van St. Baafs te Gent en het Lieve Vrouwekapittel te Doornik, in de kosten van de zeewerken zullen bijdragen, en wel in die verhouding als in Vlaanderen te doen gebruikelijk is. Zoo werd ook door de Staten- Generaal beslist.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1922 | | pagina 59