5
en eigen onafhankelijkheid zoo hoogelijk op prijs stelden. Waarlijk,
die staatkundige verhouding moet mede een bepaald cachet op
het volkskarakter hebben gedrukt.
Anderzijds kan met dankbaarheid erkend worden, dat er onder
het bestuur Hunner Hoogmogenden een echt Hollandsehe geest
is gekweekt. Er is een band gelegd tusschen dat Vrije van Sluis
en de Vereenigde Gewesten, een band, die de eeuwen getrotseerd
heeft. l)e practische zin van H. H. M. is naar ik meen daaraan
niet vreemd. Mag ik dat even toelichten
Het is vooral het College 's Lands van den Vrije van Sluis,
dat de eer te beurt viel de hoogheidsrechten van de Staten-Generaal
in hun naam uit te oefenen. Een college met een bijna alles
omvattende taak. Aan dat College was in hoofdzaak de rechtspraak
toevertrouwd, maar ook was het bevoegd keuren en ordonnantiën
te maken. Alsmede kwam aan het College toe het oppertoezicht
over dijken, wateringen, zeesluizen en wegen. De jaarlijksche
schouwing der wegen geschiedde ten overstaan van eenige afge
vaardigden uit het College. Van het beheer over de goederen van
kerken, godshuizen en gilden werd aan het College rekening en
verantwoording gedaan. De benoeming van een predikant geschiedde
in een z.g.n. collegium qualificatnm, samengesteld uit den kerkeraad
en eenige afgevaardigden uit het College 's Lands van den Vrije.
Zoo zou men kunnen voortgaan.
Een College nu met zulk eene diep in het volksleven ingrijpende
machtsbevoegdheid, en dat bovendien het kenmerk van stabiliteit
droeg, wijl de leden voor het leven werden benoemd, was uiteraard
gedisponeerd of de kiemen van stil verzet in de volksziel te zaaien,
of omgekeerd een weldadigen invloed op den volksgeest uit te
oefenen. Dat hebben H. H. M. zeer goed ingezien. Een band
tusschen de bevolking en het orgaan, waardoor zij hunne hoog
heidsrechten uitoefenden, moest noodwendig ook hun gezag stevigen.
\an meetaf is het de toeleg van H. H. M. geweest een band
van vertrouwen, aanhankelijkheid en gehechtheid te leggen tus
schen de bevolking en het College 's Lands van den Vrije. En
nu getuigt dit van den practischen zin van H. LI. M., dat zij
dit doel niet hebben trachten te bereiken door allerlei uiterlijke
voorschriften, maar door het College zoodanig samen te stellen,