7 delingen moesten aangenomen worden. Teneinde in dien nood te voorzien wendde het College 's Lands van den Vrije van Sluis in het jaar 1732 zich eigener beiceging tot de Staten-Generaal om hier een goed getal der vervolgde en verdrevene Salzburgers te bekomen en te plaatsen. Hoor ten slotte op hoe sympathieke wijze het College van den Vrije in het jaar 1681 een brief aan de Staten-Generaal aanvangt, waarin eenigen vrijdom van belasting verzocht wordt voor het Vrije van Sluis, dat na den inval der Fransclien zoo aan ver arming en achteruitgang ten prooi was geweest: „Uwe Hoog- „Mogenden gelieven zich goedertierenlijJc te herinneren wat lasten „de ingezetenen van het Vrije nu eenige jaren hebben geleden enz." Houdt inen nu in het oog, in welk een economisch ongunstigen toestand het Vrije van Sluis veelszins verkeerde, zoodat het telkens den bijstand van de Staten-Generaal behoefde, en die bijstand, dank zij de voorspraak van het College 's Lands van den Vrije, meestal verleend werd, dan laat het zich gereedelijk verklaren, niet'alleen, dat er een hechte band tusschen het Vrije van Sluis en de geünieerde gewesten is gelegd, maar ook dat het College 's Lands van den Vrije daarin een werkzaam aandeel heeft gehad. Verlangt U nog-meer bewijs? Laat ik dan een tijdgenoot het woord geven. Ds. J. Bagelaar, destijds predikant te Sluis, zegt in zijn gedachtenisrede in Januari 1710 te Sluis na de ontruiming dier vesting door de Fransclien uitgesproken: „Al wederom dan eene groote „stoffe van lof en dankzegging aan den Heere, die zulk een groot „heil wrocht en zulke groote dingen aan ons gedaan heeft, vooral „ook, als wij ter anderer zijde gade slaan de heuglijke staat, daar „wij weder toe gebracht zijn; als is: Hersteld te zijn onder het „liefelijk gebied, en de zachte regeering van onze oude wettige „hooge Overheid, daar deze stad en dit district sedert A° 1604 „en dus 143 jaren lang onder is geweest, en zooveel goeds heeft „genoten." Er zijn voorzeker nog andere factoren aan te wijzen, waardoor een band met de noordelijke gewesten is gelegd. In het Vrije van Sluis, dat een herbergzaam oord bood voor alle om den geloove vervolgden, en waarheen gestadig réfugiés een toevlucht

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1922 | | pagina 63