8 zochten, in dat land moet het godsdienstig leven wel gebloeid hebben, en moet er wel een kerkelijk medeleven geweest zijn. De Hervormde kerken ressorteerden onder de Classis Walcheren, tot wie zij zich herhaaldelijk om steun en voorlichting wendden. De Waalsche Gemeenten zagen in de Waalsche Synode een vurig pleitbezorgster harer belangen. Over de Luthersehe Salzburger oefende het Luthersch consistorie van Amsterdam een vaderlijke zorg uit, terwijl de Doopsgezinden in contact stonden met de Doopsgezinde Synode. Welnu, al die kerkelijke relatiën waren even zooveel banden aan de noordelijke gewesten. Voeg hier nu nog bij, dat het geheele grondbezit nagenoeg in handen van Zeeuwen en Hollanders berustte ik noem slechts den naam van Jacob Cats en het zal U duidelijk zijn, dat de bevolking van het Vrije van Sluis, hoezeer een eigenaardig zelfstandig karakter vertoonende, zich toch één wist met Noord- Nederland. En toen de tijden der Fransehe Revolutie aanbraken, was daar een nationale geest gekweekt, die bestand was tegen alle stormen en die weerstand kon bieden tegen eiken aanval van welken dwingeland ook. Wel verre van onder te gaan, is het nationaliteitsgevoel der bevolking onder en door de Eransche overheersching veeleer geconsolideerd. Moet daarvoor in onzen tijd nog wel veel bewijs worden bijgebracht? Immers de stelling „ubi bene, ibi patria" zal thans niet veel verdedigers meer vinden, in elk geval in Zeeuwsch-Vlaanderen niet. Bovendien onder de Eransche overheersching was het niet „goed." Het was een rampzalig tijdstip, toen in het jaar 1794 de Eransche generaal Mobeaü het beleg sloeg voor de vesting Sluis. Vrijheid, gelijkheid, broederschap of de dood, was de leus, waar onder de overgave der vesting geëisclit werd. Ondanks de held haftige verdediging onder leiding van den vestingcommandant Generaal-Majoor W. H. van dek Düyn moest de vesting op 25 Augustus 1791 aan den vijand worden overgegeven. Weinige dagen daarna was het geheele Vrije van Sluis door de Eranschen militair bezet. Eene definitieve regeling liet lang op zich wachten. Voor de bevolking een tijd van spanning; des te spannender naargelang

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1922 | | pagina 64