9 de overweldiger door zijn optreden een tipje van den sluier op lichtte, waarachter de Fransche toekomst verscholen lag. De volksrepresentanten, die steeds de Fransche legers vergezelden, droegen onmiddellijk de handhaving der openbare veiligheid bij uitsluiting aan de militaire commandanten op. En een Franschman van die dagen was niet malsch. Aanstonds werden de ingezetenen gekweld met drukkende re- quisities van graan, hoornvee en paarden; requisities, die zelfs tegen de bestaande voorschriften indruischten. Niet het 20e paard, zooals het voorschrift luidde, maar doorgaans werd het 4C paard reeds getrokken. Eu dat alles tegen betaling met de bekende assignaten. Met ingang van 1 Januari 1795 nam de Fransche Regeering de goederen en fondsen, die van oudsher bestemd waren voor de tractementen van predikanten en schoolmeesters, in eigen beheer, welk beheer zoodanig gevoerd werd, dat het langs predikanten en schoolmeesters heenging. Zoo nu was de toestand reeds geschapen, toen bij het onge lukkige tractaat van 16 Mei 1795 Zeeuwsch-Vlaanderen definitief aan Frankrijk werd afgestaan. Is het te verwonderen, dat de volgende jaren zich kenmerkten door een bange worsteling? Eenerzijds een zich vastklemmen aan het oude vaderland en anderzijds een met dwang Fransch maken. Voorloopig bleef alles bij het oude. Viet uit vrees de gevoelens der ingezetenen te kwetsen maar op grond van tactische over wegingen. Het was niet wel doenlijk de Fransche wetgeving in te voeren, wanneer niet van te voren de bij die wetgeving passende bestuurscolleges in het leven waren geroepen. En zoo zien wij tot -1 Januari 1796 het College 's Lands van den Vrije zijn werkzaamheden voortzetten, om daarna voor goed van het tooneel te verdwijnen. Och, die goede leden van dat College bleven steeds de stille hoop koesteren, dat er nog wel betere tijden zouden aanbreken. Tot het jaar 1S10 bleven zij om beurten in elkanders huis onder den naam van Collegegezelschap vriendschappelijk ver gaderen. Rij de Fransche wetgeving pasten de oude bestuurs- en rechts-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1922 | | pagina 65