26 eerste helft der achttiende eeuw verdween zij zoo goed als geheel; de enkele overgeblevenen voegden zich waarschijnlijk bij de Hoogduitsehe gemeente, ontstaan uit eene eenvoudige klasse van Duitsch-Joodsche landverhuizers, die zich hier hadden gevestigd. Den 13den October 170-1 richtte zij een verzoek tot den Magistraat, om eene kerk te mogen bouwen, zoodra een voldoend getal leden zich schriftelijk tot geldelijke bijdragen daarvoor zouden verbonden hebben; tevens verzocht zij, eene plaats te mogen inrichten, om hare dooden te begraven. Den Isten November 1704 werd haar door de Vroedschap een akker bij de Seispoort daarvoor toegestaan aan de binnenzijde van de stadswallen onder een jaarlijkschen cijns van 8 gulden. Tevens werd haar vergund, eene kerk te bouwen, welk kerkgebouw, staande in de Ileerenstraat, in December 1705 plechtig werd ingewijd en waarvan het 200-jarig bestaan in December 1905 feestelijk is herdacht; de gemeente, die in 1705 dertien families telde, bestond toen uit acht en zestig families. In het begin der achttiende eeuw hebben de Portugeesche en Hoogduitsehe ge meenten een korten tijd naast elkander bestaan, wat tot oneenig- heden aanleiding gaf. Deze eindigden in een vergelijk, goedgekeurd door het stedelijk Bestuur in 1725, waarvan het gevolg schijnt te zijn geweest, dat de weinige overgebleven Portugeesche Joden zich bij de Hoogduitsehe gemeente hebben gevoegd. Zeker is, gelijk wij reeds zeiden, dat deze Portugeescli-Joodsche gemeente in den loop van de eerste helft der achttiende eeuw geheel ver dwenen is; van haar is niets overgebleven dan de begraafplaats, te vinden in de Jodengang aan het begin van den Seisweg. Over deze begraafplaats ten slotte nog enkele mededeelingen. Zooals reeds is gezegd, werd den 4dc" December 1655 aan de Joodsche natie vergund, een stuk land, dat zij buiten de Lange- vielepoort had aangekocht, tot rustplaats voor hare dooden te gebruiken. Men heeft betwijfeld het is zelfs ontkend of daarmede wel bedoeld kan zijn de begraafplaats in de Jodengang, omdat deze eigenlijk buiten de Seispoort is gelegen. Hoewel dit moet worden toegestemd, mag aan deze bedenking toch niet te veel gewicht worden gehecht; het kan eenvoudig eene vergissing, eene schrijffout zijn. Ook is het mogelijk dat de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1922 | | pagina 82