5 gestudeerd en aldaar de lessen gevolgd van Van Musschenbroek maar bovendien was hij naar Leiden gegaan om daar de voor lezingen t.e hooren van Boerhaave en van 's Gravesande. Stocke bleef hier ruim 12 jaar, en ondervond als geneesheer veel tegenwerking en heel veel verdriet. Zeker ten deele door eigen schuld. De droevige geschiedenis van de ziekte en het sterven van Celia Walle en de rol daarbij gespeeld door haar neef en geneesheer Stocke, is uitvoerig beschreven door Dr. J. C. de Man, in ongetwijfeld de boeiendste .levensbeschrijving ooit door den eenen Zeeuwschen geneesheer den anderen gewijd. Maar al het leed, Stocke als geneesheer overkomen, werd, althans ten deele vergoed door het geluk dat hij vond in de beoefening der natuurkunde, door de bewondering en de liefde die hij in zijn lessen van zijn leerlingen genoot. Al de 12 jaren die Stocke hier was, heeft hij lessen gegeven en uit de gedrukte „Afscheidsredevoering" kennen we de onder werpen die hij behandelde en de namen zijner leerlingen. Zijn toehoorders waren zonder uitzondering mannen uit de gezeten burgerij, bijna zonder uitzondering groote kooplieden of bekwame handelsmannen. Er waren geen overheidspersonen bij, geen predikanten, geen geneesheeren. De laatsten misschien niet uit afgunst. Stocke doorliep de geheele natuurkunde in zijn lessen en hield zich aan de wetenschap van Van Musschenbroek, 's Gravesande en Desa guliers. Eigenlijk sprak hij tot twee GenootschappenDe Genoot schappen in de Natuur- en de Bespiegelende Ontleedkunde. De leden van beide waren dezelfde mannen. Stocke meet een nooit rustend natuuronderzoeker zijn geweest, die op zijn gehoor een grooten invloed oefende. Voor ons wordt het spoedig wat vermoeiend zooals hij voortdurend van de hoogste verrukking over de natuur in den diepsten- eerbied voor de Opper macht valt, iedere bladzij zeker tweemaal, maar uit de gedichten gemaakt bij zijn vertrek, één zelfs door een dame, blijkt wel hoezeer Stocke zijn trouwe vrienden onderrichtte en stichtte. En vast staat dat de invloed van Stocke bleef doorwerken ook jaren na zijn vertrek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1923 | | pagina 59