9 Alleen de eerste zin; als voorbeeld: „De grootheid en goedheid van het hoogst aanbiddelijk Opper wezen, mijneheeren, te leeren kennen en erkentelijk eeren door eene oplettende en aandagtige beschouwing van de werken der natuur en eene verstandige overweging van den aart, eygen- schappen en werkingen der stoffelijke weezens, hetwelk wij in 't bijzonder natuurkunde noemen, veredelt 's menschen ziel breid den kring zijner vermogens uvt vermeerdert de genietingen zijns levens veraangenaamt zijn standplaats maakt hem nuttig voor de zamenleving en rijp voor die beoeffeningen, die de bezigheden der gelukzaligen na dit leeven in een hogeren trap zullen uytmaken". Maar afgezien van dergelijke langdradige uitingen, hebben we aan de rede van Van de Perre veel uit historisch oogpunt. Allereerst omschrijft hij de groote kennis en verdienste van Bomme: „Nimmer zal ons uvt het geheugen gaan het genoegen en de vrugt, die wij uyt uwe onderrigtingen genoten hebben. Vaart voort met ons bij aanhoudendheid wel te doen en ons met uwen goeden raad en hulp bij te staan, laaten wij met vereende pogingen dat gebouw onderschragen, daer gij met zoveel roem den grondsteen van gelegt hebt". Bij deze gelegenheid ontving Bomme een zilveren medaille die nog in het Zeeuwsch Genoot schap te vinden is. Uit deze redevoering blijkt, mocht er nog ooit twijfel zijn geweest, dat Leendert Bomme de intellectueele drijfkracht bij de oprichting was. Van het eerste reglement en zijn toelichting moet ik U nog enkele bijzonderheden meedeelen Zoo bepaalde het eerste artikel: „Het Gezelschap zal bestaan uyt twintig contribueerende, en tien doceerende leeden, wel minder, dog niet meer". De heele wordings-geschiedenis en dit eerste artikel geven een goede verklaring voor den naam der Vereeniging. Van huis uit was het een „Gezelschap", en wel van menschen die of der natuur kundig waren, of wenschten te worden. Er werd bepaald dat er wekelijks zou worden vergaderd met een zomervacantie van 1 Mei tot 1 November. Als vergaderdag

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1923 | | pagina 65