12
Al dadelijk, de komst der leden ter vergadering moet U zich
geheel anders denken dan nu: de meesten der politfeke Heeren
kwamen niet te voet maar in hun koetsen aangereden. Het
voorsalet diende voor de ontvangst, alwaar de sierlijke kleeding
en de deftige pruik geheel tot hun recht werden gebracht.
In de groote tuin-zaal brandde een geweldige kachel, de ver
lichting bestond uit kaarsen-kronen.
De heer Rabii\tel had uitgerekend dat er per les-avond 5 pond
kaarsen werden gebruikt; waarvan hij echter „wegens de over
schietende enden" maar drie pond in rekening mocht brengen.
In het midden van de kamer stond een groote tafel en
halve-maanvormig daarom heen 36 stoelen, in twee achter elkaar
staande rijen. Bovendien stond de achterste rij stoelen op een
„zit steede" of „halve circel", 18 duim hoog.
Reeds in een vergadering van Oct. '81 had men de behoefte
gevoeld „een distinctie" te maken in de stoelen voor den Heer
President en Directeuren. Daarom besloot men boven de tien
middenste stoelen „van de voorste reek" een bord te plaatsen
waarop: „Zitplaatsen voor Heeren Directeuren en Assessoren".
Behalve eenige gueridons tegen de wanden bevatte de kamer
twee groote instrument-kasten vol van de schatten van het
Gezelschap.
De notulen der eerste vergaderingen spreken voortdurend van
deze kasten en hun inhoud.
Van waar kreeg men de instrumenten Dit was eenvoudig
genoeg.
De liefde der aanzienlijken en vermogenden voor de natuur
kunde had allerwege instrumentmakers te voorschijn geroepen,
terwijl openbare verkoopingen na sterfgevallen ruimschoots gelegen
heid boden tot het verkrijgen van instrumenten.
Ook het Gezelschap bezat in den aanvang dadelijk een instru
mentmaker als opzichter, terwijl hij ook zelf nieuwe toestellen voor
't Gezelschap maakte. Zoowel David Reghter, de instrument
maker, als de bode en hulp bij de vergaderingen George Ein-
wüchter, waren in vasten dienst van het Gezelschap.
Behalve tal van kleinere instrumenten werden er ook groote
stukken gekocht, zooals „een grote dubbele Lugtpomp" van drie-