De nog zoo jonge, en waarschijnlijk vroeg rijpe schepping ten algemeenen nutte, had dergelijke revolutionaire schokken zeker niet overleefd, ook al was Van de Perre over haar blijven waken. En wat bleef er dan nu van over Ja, nu het hoogere doel verloren ging, eigenlijk niet meer dan een vrij ingewikkeld samenknoopsel van verschillende ver- eenigingen in één huis, waarvan het Natuurkundig Gezelschap en de Teeken-academie, op papier de bezitters waren, terwijl het Departement Middelburg van het Zeeuwsch Genootschap ei- kamers huurde. Maar ook toen nog had de schepping van Van de Perre haar nut, want dat het Zeeuwsch Genootschap te Vlissingen in 1801 niet, gelijk het voornemen was, werd opgeheven, maar behouden kon blijven, was alleen te danken aan het feit dat het hier in het Museum Medioburgense voor zich zelf en zijn ver zamelingen een veilig en goedkoop onderkomen vond. Keeren wij nu terug naar de geschiedenis zooals het Natuurkundig Gezelschap die verder in dat samenstel doorleefde. Helaas om dadelijk te moeten vaststellen dat het Gezelschap zich na den dood van Van de Perre een houding veroorloofde die wij nooit kunnen goedkeuren, en die, schijnbaar voordeelig, in werkelijkheid ernstige nadeelen zou brengen. In het Gedenkboek ter eere van het anderhalve eeuwfeest van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen heeft dr. Heeringa geschreven „Noch in de notulen van het Genootschap, noch in die van het Gezelschap heb ik eenig spoor gevonden van een wrijving, die uit de eenigszins vreemde verhouding had kunnen voortspruiten. Alles is in der minne toegegaan trouwens dikwijls waren, zooals nu nog, de bestuursleden ten deele dezelfde personen". In hare algemeenheid is deze uitspraak zeker onjuist. Dadelijk na den dood van Van de Perre getuigen de notulen van het Natuurkundig Gezelschap van een zeer onpleizierige wrijving die jarenlang haar invloed zou laten gelden. Kort na het overlijden van haar echtgenoot, bood de diepbedroefde weduwe, met de bedoeling de nagedachtenis van haar man te eeren, den schepen-schuldbrief nog op het Museum rustende, aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1923 | | pagina 80