24 Yan de Perre werd als voorzitter opgevolgd door Mr. Daniel Radermacher de Nieuwkerk, een regeeringspersoon van den ouden stempel, die, het moet tot zijn eer worden gezegd, ondanks alle veranderingen trouw tot zijn dood, in 1803, op zijn post bleef. En gemakkelijk kan hem dit niet zijn gevallenDe omwen teling der denkbeelden doet zich ook in het Gezelschap weldra voelen. Reeds in December 1792 werd in de vergadering de vraag behandeld „dit Gezelschap of Genootschap voor uitgebreid en open te achten voor alle ordentelijke Burgerei en ingezetenen der stad die lust zouden hebben om van de lessen in dit Museum te profiteren". Het antwoord der vergadering zeide wel „dat haar instituut geenzins was voor Regenten en andere Heeren van bijzonder aanzien", maar liet verder de zaak rusten. In November 1795 vernam men dat een aantal leden wilden bedanken „gemerkt de bekende algemeene schaarsheid van geld door de ongelukkige conjuncturen dezer tijden". Snel werd de contributie tot op de helft verminderd, maar dit kon het uittreden niet verhoeden. Trouwens de vertrekkenden werden dadelijk door anderen ver vangen, en wanneer ik II nu de namen neerschrijf der uit- en der intredenden, zult U op den klank dier namen afgaande, geneigd zijn er andere oorzaken achter te zoeken dan geldkwesties. Uit-traclende heeren Steengracht d' Oosterland, Veth van de Perre de Westcappelle, Huijssen van Cattendijke, Macquet, Lantsheer, Van der Helm Boddaert, Stavorinus en Brügné de Buisson. Binnen-traden de heeren De Ligny, Berdenis van Berlekom, Van de Kreke, Mohr, Fokker, Andriessen, Pak Brouwer, Clement en Willeboordse. Met den steun der aanzienlijken gingen ook de geldmiddelen achteruit. Fm hoe stond het met de lessen Leendert Bomme was in 1788 overleden, en J. P. Fokker die leeraar was in de wis- en natuurkunde, was vertrokken om

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1923 | | pagina 82