31
De rede zelf is helaas in het archief niet te vinden en ook,
de Couranten-verslagen helpen ons niet. De Middelburgsche
Courant gaf geen verslag van die rede, de Vlissingsche deed
dit wel, rnaar, jammer genoeg, letterlijk alle feiten, jaartallen en
namen, in dat verslag vermeld, zijn onjuist.
Na afloop der herdenking vereenigde men zich aan een souper,
dat de heer Japikse als gast meemaakte.
En wat moet ik U vertellen van de laatste 43 jaren?
In 1887 werd het Genootschap der Dames officiëel opgeheven,
102 jaar oud. Het had reeds lang gekwijnd, ja was geruimen
tijd schijndood geweest. Bij testament werden de bezittingen ge
schonken aan het Zeeuwsch Genootschap, onder verplichting om
jaarlijks f 50,uit te keeren aan het Natuurkundig Gezelschap,
zoo lang dit lezingen liet houden.
Natuurlijk ontbrandde nu in 1888 opnieuw de strijd over het
toelaten van dames tot de vergaderingen van het Gezelschap.
Maar men kon het er niet over eens worden, en verdaagde die
netelige zaak.
In 1888 verliet het Zeeuwsch Genootschap met pak en zak
het Museum, en begaf zich naar zijn nieuwe tehuis, door den
heer De Stoppelaak, geschonken.
Het afscheid tusschen de beide oude vrienden, die steeds in de
beste verstandhouding hadden saamgewoond, was uiterst hartelijk
en het Natuurkundig Gezelschap was het Genootschap in alles
behulpzaam bij de verhuizing.
Het werd nu echter eenzaam in het groote gebouw, en, bij het
wegvallen van huurinkomsten, ook steeds duurder.
Er kwam echter een ingrijpende verandering doordat, na lange
onderhandelingen, in 1889 het Museum werd verkocht aan den
heer Van Linschoten, die er zijn kostschool in ging vestigen.
Het Gezelschap huurde nu kamers in zijn vroegere eigen huis.
Maar ook deze toestand was voorbijgaand, want 10 Maart 1899
vermelden de notulen dat dit de laatste samenkomst was in het
Museum.
Op 1 Mei 1899 keerde aldus het Gezelschap terug naar de
Joris, die het in 1781, dus 118 jaren te voren, had verlaten.
En enkele jaren, later moest bet Museum zelf worden afgebroken