34 Niet bij iedere voordracht die wij hooren, neen, lang niet bij iedere voordracht, maar toch soms, af en toe, voelen wij dat wij door het Natuurkundig Gezelschap in aanraking worden gebracht met de geheimzinnige en diepe wonderen rondom ons. Wij weten ze overal, in het levende en in het doode, maar soms grijpen zij ons aan. Spreekt dan van Natuur, van Opperbestier, van God; noemt het zooals Uw gemoedsleven U dat gebiedt. Maar erkent dat alles wordt geregeerd volgens vaste wetten door een verheven en ondoorgrondelijke macht. In deze erkentenis zijn wij niets veranderd sinds 1780. De wensch deze macht te naderen en haar wetten te leeren kennen is nog onveranderd de bestaansgrond van het Gezelschap. Moge dit altijd zoo blijven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1923 | | pagina 96