48
Brugghe doen te weten allen lieden, dat up den dach van hedent,
date van desen, voor ons commen eiide ghecompareirt es in per-
sooue Ltevin de Sagheee, wueneude te Marcke bij Oudenaerde,
als vader, vooclit ende momber van Piek,kin de Sagheee zijnen
zone, noch jonck ende onbejaert zijnde, dewelcke voornomde
comparant bij zijnen vrijen dancke ende wille ende zonder eenich
bedwanc, alzo hij zeijde, kende ende lieden ende bij dese jeghen-
woordeghe letteren kendt ende. lijdt dat, alzo hij in de name als
boven, zekeren tijt es leden, diveerssche questien ende processen
gheintenteirt, vervolcht ende noch hanghende heeft onghedecideirt,
zo wel voor mine heeren van den camere van den Rade gheor-
donneirt in Vlaendren als voor mijn heere den officiael van den
hove van Dornicke x), jegliens die van den godtshuuse ende
hospitaele van Sint Jans binder stede van Ardenbuch mitsgaders
burgmeesters ende scepenen van der voornomder stede, met hem
lieden ghevoucht, ter causen van den broode, denzelven Pierkinne
zijnen zuene bij der K(eijzerlicker) M(ajesteijt) zo hij zeijde
ghegheven zijnde zijn leven lanc int voornomde godthuus, hij
comparant in de name als boven metten voornomden van den
godtshuuse ende die van der voornomder stede van Ardenburch, bij
tusschensprekene van eenighe ghoede tractable 2) mannen, danof
int vriendelicke gheappointiert, veraccordiert ende verleken es
mids der somme van seven ponden grooten Ylaemscher munten
eens, die de voornomde van den godtshuuse ende stede hem voor
als belooft hebben te ghevene ende betalene ten naervolghenden
payementen, te wetene drie ponden groot ghereet 3), twee ponden
grooten te Paesschen int jaar duust vijfhondert ende neghen en
twintich nu eerstcommende, ende de reste, oock bedraghende twee
ponden grooten, te Paesschen daeraen volghende.
making wilde goedmaken. Een analoog geval deed zich in 1525 te Leiden voor,
daar maakte toen een geprovenierde in het Vrouwengasthuis aan die stichting een
jaarlijksche rente van 3 pond en 4 schell. „also (zegt zij) mijn consciëntie wroegt,
dat ick tvooneijde ghasthuus te luttel voor mijn coste ende den dienste, die mij
minnelick gedaen wordt, gegeven ende hewesen hebbe", Ligtenberg, De armenzorg
te Leiden tot op het einde der zestiende eeuw, 's Gray. 1908, blz. 98.
1) het bisschoppelijk gerechtshof van Doornik.
2) inschikkelijke. 3) contant.